Woudlopers
- On 12 mrt, 2024
- By Michelle
Vanuit Restinga nemen we de weg omhoog naar El Pinar, een boerendorp dat genoemd is naar het uitgestrekte dennenbos dat een groot deel van de westelijke hoogvlakte beslaat. Het is windstil, de lucht is stralend blauw en als we een poosje de weg door het bos volgen kijken we elkaar vragend aan: “waarom verder rijden als het hier zo mooi is?” Bij een opening in de weg draaien we de Kar het bos in, klappen de stoelen uit, en het grote genieten kan beginnen.
We zitten hier op 1000 meter hoogte en als we een wandelpad naar het Westen volgen zouden we de hoogste berg van het eiland passeren (De Malpaso 1503 meter) en uiteindelijk heel veel kilometers verderop uitkomen bij Ermita Virgin de Los Reyes. Het verhaal gaat dat in 1546 een Mariabeeld aanspoelde. De herders van La Desea, een streek in het uiterste westen van het eiland, besluiten een kapelletje voor haar te bouwen. Na een periode van rampzalige droogte nemen ze de Maagd van Los Reyes voor het eerst mee naar de hoofdstad Valverde, een pelgrimstocht van ruim 26. kilometer, en als ze daar aankomen begint het warempel te regenen. Toen dat zich in 1740 nog eens herhaalde, besloten de herders om iedere vier jaar de pelgrimstocht met de Maagd te maken, als dank voor de gevallen regen. Sinds 1754 viert El Hierro op de eerste zaterdag van juli zijn belangrijkste feestdag “la bajada”. Dan wordt de beschermheilige van het eiland vanaf haar schrijn in Los Reyes van het zuidwesten over de nevelige bergruggen gedragen naar Valverde in het Noordoosten. Alles wat enigszins goed ter been is, loopt ( een stuk) mee, muzikaal begeleid door drums en Caracas (een soort castagnetten) en door dansers in het traditionele rood-witte kostuum en kleurige hoedjes. Bij het kerkje Cruz de las Reyes, worden de tafellakens gespreid voor een lunch, daarna volgen nog vele vele kilometers om ’s avonds in Valverde aan te komen. Volgend jaar is het weer het jaar van “la Bajada” en wordt de tocht door zo’n 30.000 mensen gemaakt. Wij bevinden ons nu op ongeveer de helft van de Camino de la Virgin en zouden als we flink doorstappen het kapelletje van de Maagd kunnen bereiken en misschien zelfs voor het donker weer terug kunnen zijn, maar gek he, niets in ons zegt “laten we nu een tocht van 26 kilometer maken”. We hebben genoeg kilometers in de benen en strekken ons nog eens uit. Natuurlijk voor een wandeling in dit fantastische sparrenwoud willen we de veters nog wel strikken maar de rest van de dag doen we niet veel meer dan glazig naar de boomtoppen turen, heel diep de harsige dennengeur inademen, en met een glaasje wijn van het eiland tegen elkaar zeggen, “wat is het hier toch mooi he?”