Blog

Wonderlijke weefsels

We zijn In Sucre, de stad waar Simon Bolivar, nadat hij eerst Colombia, Venezuela en Equador bevrijdde van de Spaanse overheersing, in 1825 de onafhankelijkheid van Alto Perú ( nu Bolivia) uitriep. Het land nam als dank zijn naam aan. Het Casa de la Libertad, waar de declaratie werd ondertekend, staat nog steeds te glimmen aan het Plaza de Mayo. Hoewel La Paz de officiële hoofdstad is, wordt Sucre nog altijd gezien als het spirituele centrum van Bolivia. 

Vanuit de achtertuin van Alberto en Felicidad waar we een fijne kampeerplek vinden, lopen we zo het centrum in. Het hart van Sucre staat bol van de wit gestucte koloniale panden met overhangende houten balkons. Niet voor niets is het centrum met zijn prachtige witte panden, barokke kerken en musea door Unesco uitgeroepen tot werelderfgoed.

Terwijl Peter in cafe Florin de worldcup voetbal volgt, bezoek ik het Museo de Arte Indigena. Als liefhebster van bijzonder textiel loop ik er uren rond en geniet ik van de geweldige weefsels, de verhalen en een documentaire over ceremoniële feesten met veel zang en dans. 

Weven is waarschijnlijk de meest complexe, ontwikkelde en esthetische manier waarop mensen uit de Andes zich uitdrukken. Al 4000 jaar lang gebruiken verschillende ethische groepen ruwe materialen zoals wol, planten en insecten (cochenille), om met behulp van  kleur en vorm een stijl en identiteit te creëren waarmee de ene gemeenschap zich onderscheidt van de andere. Met het uiteenvallen van traditionele gemeenschappen, door een geschiedenis van Spaanse onderdrukking en de huidige leefomstandigheden die een deel van de gemeenschap dwingt om tijdelijk werk te vinden in de stad, dreigden de oude weeftechnieken te verdwijnen.

Met behulp van antropologen is in verschillende dorpen een project gestart, dat de traditionele weefkunst een nieuwe impuls heeft gegeven. Het weven biedt families een extra bron van inkomst in gebieden waar de opbrengst van een oogst zeer onzeker is.  In weefworkshops in verschillende dorpen geven ervaren weefsters de oude technieken door aan de jongeren.  Ook mannen hebben het weven opgepakt en maken met behulp van een zelf ontwikkelde techniek hele expressieve doeken. De weefkunst blijft zich zo ontwikkelen en is een manier waarop traditionele gemeenschappen met trots hun eigen identiteit kunnen behouden in de moderne maatschappij.

In het gebied ten zuidoosten van Sucre, leven verschillende kleine boeren gemeenschappen die allen Quechua spreken en dezelfde karakteristieke kleding dragen. Men noemt ze “Tarabuco’s”, ook al strekt het gebied zich veel verder uit dan het dorp met dezelfde naam.

In het westen en het noordwesten van Sucre, leven de Jalqu’as. Ook zij spreken Quechua maar hebben een geheel eigen manier waarop zij zich kleden. Zowel de Tarabuco’s als de Jalq’as leven in een bergachtig gebied ongeveer tussen de 2500 en 3500 meter boven zeeniveau. De Jalqu’as leven in smalle valleien tussen kale bergen en rivieren die qua waterstand enorm variëren in de natte zomer of de droge winter. Zij boeren op kleine stukjes familiegrond, verbouwen aardappelen, mais, graan en wat groenten en hebben vaak een paar geiten, schapen en een of twee koeien. De onregelmatigheid van de hoeveelheid regen en de kleine stukjes bouwland in het hevig geërodeerde landschap, maken een wisseling van oogst. gedurende het jaar niet altijd mogelijk. Hun inkomen is daardoor onzeker. Jalqu’as worden als de armste boeren van Bolivia beschouwd.

De Tarabuco’s hebben het met hun gematigder klimaat en grotere stukken bouwland iets beter getroffen. Ook zij leven in georganiseerde autonome gemeenschappen. Op de foto’s zijn de Tarabuco’s het meest kleurrijk gekleed, de Jalqu’as hebben de witte hoedjes op.

Interessant vind ik de verschillen in weefstijl, die zich vooral uit in de aqsus, de “rok”  of eigenlijk een geweven lap die gedragen wordt over een tuniek met  halflange mouwen. De vrouwen bereiden zich met persoonlijke rituelen voor op het weven, hopen op inspiratie en voldoende wol en weven alles “uit het hoofd”.

De Tarabuco’s weven hun aqsus geordend in symmetrische banen, waarbinnen naast geometrische patronen, dieren en allerlei taferelen uit  het dagelijks leven worden geweven. Zij gebruiken heldere kleuren als contrast tegen een witte achtergrond. Tarabuco vrouwen weven dat wat zij in het dagelijks ervaren met een grote precisie en heldere lijnen waardoor de miniatuur figuren en hun typische rituele feesten zoals stierenvechten en de dansen rondom offerandes tijdens het carnaval, gemakkelijk te herkennen zijn.

De Jalqu’a vrouwen gebruiken in hun weefsels slechts twee kleuren, rood en zwart. Zij weven niet in banen maar creëren een geheel dat gekenmerkt wordt door chaos die niet zozeer de dagelijkse werkelijkheid weergeeft maar een meer donker gekleurde mythische wereld. Dieren worden in allerlei hoeken ten opzichte van elkaar geplaatst en Jalqu’as kiezen voor wilde dieren als paarden, stieren of vogels, dieren die niet te domesticeren zijn. Andere dieren komen uit een regio waar Jalqu’as  nooit geweest zijn, zoals leeuwen of apen. En dan heb  je ook nog de gefantaseerde dieren, vogels met vier voeten, gebochelde creaties met bizarre staarten en een heleboel ogen. Mensfiguurtjes zijn er soms, maar dan statisch en simpel  alsof ze in de wereld van de dieren niet thuishoren. De magische dieren lijken zwanger omdat er in hen weer nieuwe dieren ontstaan. Zij  behoren tot de wereld van “Saxra”, de godin van creatie, variërend van creatieve handelingen zoals muziek, dans of het weven van textiel. tot de geboorte van mens en dier.

 

Wat zou dat verschil van weven betekenen hoe beide culturen naar zichzelf en de wereld om zich heen kijken? De Tarabuco’s  creëren kunst waarin de wereld zonnig en geordend  is, met vertrouwde mensen en dieren, vol van activiteit waarin zij een centrale rol spelen.  De Jalqu’as daarentegen omarmen de chaos en ervaren de wereld als een mythische plaats, een goddelijke duistere plaats van creatie, waar de mens een bescheiden rol speelt.

Het dorp Tarabuco, waar iedere zondag Tarabuco’s in hun traditionele kleding van heinde en ver naartoe reizen om  op de markt hun weefsels te verkopen, ligt ongeveer 70 kilometer vanaf Sucre en is via een goede weg te bereilken. In het hoogseizoen krioelt het er van de toeristen. Het is nu laagseizoen en het regent bovendien dus druk zal het er vandaag niet zijn.

 

De markt is inderdaad niet groot, ik denk dat de Tarabuco-dames uit de omgeving hebben gedacht, hmm ik ga vandaag niet  slepen met mijn waren en laat die lange ongemakkelijke busreis aan mij voorbij gaan.

Onder overhangende lage zeiltjes vinden we een aantal winkeltjes waar we een paar mooie doeken kopen. Ik zie een aantal mensen in traditionele kleding maar omdat zij zich niet graag laten fotograferen, neem ik snel en toch wat ongemakkelijk een paar kiekjes.

Gelukkig vinden we in het verlaten dorp een ienieminie museumpje met een trotse Tarabuco dame die ons het proces vanaf het spinnen van de wol met een houten tolletje, tot aan het weven uitlegt en laat zien. Zij is terecht heel trots op wat zij maakt en gaat lachend op de foto. 

Zie je die sandalen die gemaakt zijn van vele lagen varkensleer, die zien er nogal zwaar uit maar ze klepperen fijn als je erop danst. De sandalen met die metalen schijven aan de achterkant, en die riem met rinkelende bellen, die worden door de mannen gebruikt bij ceremoniële feesten. 

Door de smalle straatjes in het dorp met de overhangende zeilen, is het voor ons nog een hele toer om een uitweg uit het doolhof te vinden richting de bergen.

TRANSLATE