Woesteenkunst?
- On 10 feb, 2025
- By Michelle

Via de grand canyonroute, die zijn naam eer aandoet en ons van de ene kloof in de volgende slingert, rijden we naar Aït Mansour. Deze kloof vol dadelpalmen is verrassend groen dankzij een waterbron die via waterkanalen de kleine tuinen in de kloof voedt. De vele dadelpalmen geven ons op de wandeling naar het einde van de kloof beschutting tegen de zon en zorgen voor een microklimaat waarin ook andere planten het naar de zin hebben. We zien de eerste amandelbomen bloeien, er zijn oleanders en olijfbomen en hier en daar een vijg en granaatappelboom. Imposante rotswanden steken hoog boven de palmen uit. Het is er oorverdovend stil, je hoort echt helemaal niets, geen gezoem van insecten, geen geruis van water of bladeren, zelfs geen getjilp of gekwetter, wat een sereen en haast meditatief effect heeft. Alsof zelfs de natuur hier even tot rust komt.
Wij treffen er op de parkeerplaats bijzonder aardige medereizigers, sommigen op de fiets, anderen op een tandem, en weer anderen met een wel heel charmant busje, dat nog ouder is dan onze Kar. Het lukt ons haast niet om te vertrekken.




Toch rijden we uiteindelijk de kloof weer uit, en moeten even flink stijgen om na een hoop mooie vergezichten 30 kilometer verderop een nieuw thuis te vinden in Tafraoute. Dit gemoedelijke dorp is omringd door ruige granieten bergen die in de ochtend- en avondzon een oranje en roze kleur krijgen. We bivakkeren met vele anderen verspreid in een enorme palmentuin. Iedere ochtend fietst een vrolijke bakker langs met brood en zoetigheid, kinderen verzamelen plastic flessen of worden erop uit gestuurd met een mandje eieren voor extra inkomsten. Zelfs herders met hun geiten komen langs en vragen etensresten voor het vee. Een paar dirhams zijn ook welkom. Het leven is schraal hier op deze stenige grond en velen bikkelen om overeind te blijven. Het is pijnlijk om te horen hoe sommige toeristen schrieperig reageren. “Nee geen extra dirham voor Allah”, hoor ik een toerist zelfvoldaan zeggen tegen de bakker die iedere ochtend ook voor haar door het stof fietst met vers brood.


Een paar kilometer ten zuiden van Tafraoute wandelen we door een buitenaards landschap van bizar gevormde rotsformaties, het resultaat van miljoenen jaren erosie door wind en regen en de extreme temperatuursverschillen. Overdag zet het gesteente uit door hitte en ‘s nachts krimpt het weer door afkoeling, waardoor er barsten ontstaan en het gesteente afbrokkelt. Er zijn ronde gebolde vormen ontstaan, alsof reuzen zijn gaan kleien. Soms zijn ze grilliger gevormd en kun je er, met een beetje fantasie, dieren of mensfiguren in ontdekken.

En in dit magische landschap heeft de Belg Vérame in 1984 een kunstinstallatie gecreëerd door samen met een team van brandweerlieden uit Agadir enorme granietrotsen te beschilderen in verschillende tinten blauw, rose, paars en groen. Hij wilde kunst integreren met de natuur en heeft met behulp van tientallen tonnen chemische verf, bedoeld voor industriële schepen, een heleboel grote rotsen geverfd. Inmiddels zijn de kleuren vervaagd en sommigen zijn later weer bijgewerkt. Ik zie geen paarse of groene rotsen meer maar naast het rose en blauw nu ook geel. Het effect is absoluut fascinerend en surrealistisch maar ik kan me goed voorstellen dat het hele project destijds nogal controversieel was.

In de Berbercultuur hebben natuurlijke rotsformaties een spirituele betekenis. Zij worden beschouwd als plaatsen met een speciale energie waar voorouders aanwezig zijn. Het schilderen ervan werd door sommige lokale bewoners als respectloos beschouwd.
Vérame zag zijn werk als een tijdelijke kunstinstallatie die uiteindelijk door de natuur zou worden teruggenomen. Dan had hij, met respect voor de Berberbevolking, toch beter kunnen kiezen voor verf van natuurlijke pigmenten. Maar misschien was dat in die hoeveelheden niet beschikbaar of hechtte het niet goed op de rotsen? Inmiddels zijn de blauwe rotsen een belangrijke toeristische trekpleister geworden. Waarschijnlijk hebben lokale autoriteiten daarom besloten ze een frisse lik verf te geven. Indrukwekkend zijn ze zeker, en of kunst altijd rekening moet houden met lokale tradities of mag schuren, daarover zullen de meningen verdeeld zijn.



Zelf houd ik veel van land- art die ontstaat uit de natuur en weer volledig oplost in de natuur, zoals het poëtische werk van Andy Goldworthy. Hij werkt met takken, bladeren, stenen, ijs, sneeuw, water en zand. Zijn kunstwerken zijn bedoeld om te verdwijnen, weggevaagd door wind, zon, regen of de getijden. Op youtube kun je een fantastische docu over zijn werk bekijken.