Blog

Weer thuis

We zijn weer thuis, nu alweer een week in vrijwillige quarantaine. Ons afscheid van Brazilië was heel plotseling maar door hulp van  fantastische vrienden uit Sao Paulo is de terugreis voor ons verrassend soepel verlopen. Even een terugblik.

 

 

Vanaf Salvador rijden we zuidelijker en vinden we een bijna verlaten plekje aan de kust waar we hopen een poosje geïsoleerd te kunnen blijven  bivakkeren, ver weg van het Coronavirus dat inmiddels ook Brazilië in zijn greep krijgt. Na twee zorgeloze dagen onder de palmbomen krijgen we bezoek van drie mensen met mondkapjes op. Zij vertellen dat we ons  in ieder geval de komende 14 dagen niet mogen verplaatsen. Geen probleem, inmiddels hebben we in een van de barakken op het strand een vriendelijke dame ontmoet die iedere dag graag voor ons wil koken en zelfs boodschappen voor ons wil doen. Bovendien is er  wifiverbinding en een openluchtdouche waar we gebruik van kunnen maken. Iets verderop staan op een parkeerveldje nog drie Braziliaanse  kampeerauto's, een van de eigenaren spreekt een beetje Engels. Ook zij zijn van plan hier voorlopig te blijven, op een veilige afstand van het virus. Een dag later staat er ineens een grote groep politie om ons heen, een streng kijkende dame van de militaire politie en een groep mannen van de federale politie. Met behulp van onze Braziliaanse tolk wordt duidelijk dat we de volgende dag om 10 uur 's ochtends weg moeten zijn want de hele kust van Bahia wordt afgesloten. Waar we dan heen moeten blijft onduidelijk, campings, hotels en (weg)restaurants zijn inmiddels gesloten. We moeten niet alleen weg van het strand, maar moeten ook de staat Bahia verlaten, wegwezen dus, we zijn niet langer welkom. De weg naar het noorden richting Salvador zal worden afgesloten, maar de weg naar het zuiden zal voorlopig nog open blijven.

 

De Brazilianen besluiten 's nachts te gaan rijden, toch naar het noorden, om bij een vriend te gaan bivakkeren, en nodigden ons uit met hen mee te gaan. Dat lijkt ons toch niet zo'n goed idee. Inmiddels hebben we berichten gelezen van vrienden die in Argentinië in  een totale lockdown vastzitten op een verlaten camping, ook in Chili en Bolivia mag niemand meer de weg op. De grenzen van Chili, Argentinië en Bolivia zijn dicht en de sfeer wordt hier en daar al wat grimmiger. Wij besluiten langs de "kustweg" zo snel mogelijk naar het zuiden te reizen in de hoop dat de grens met Uruguay nog open is, om daar de auto te stallen. Een vlucht terug naar huis vinden gaat misschien nog wel lukken maar we kunnen onmogelijk de auto onbewaakt achterlaten. Bovendien zal de TIP, het 3 maanden durende visum voor de auto voor Brazilië, op 9 mei aflopen. In Uruguay kan de auto zonder problemen 12 maanden blijven staan, hopelijk biedt dat voldoende tijd om het virus onder controle te krijgen. De grens met Uruguay ligt ruim 3900 kilometer zuidwaarts, rekening houdend met het vrachtverkeer, een week nonstop rijden, zo schatten we in.

De schrik zit er na de verhalen die ons bereiken nu toch goed in. Hoewel Bolsonero de ernst van het virus nog steeds bagatelliseert en de wegen nog open zijn, weten we niet hoelang dit nog zo blijft. Na een dag rijden, horen we van de familie uit Uruguay  waar we de auto ieder jaar stallen, dat de grens ook daar dicht gaat. Een lief stel uit Sao Paulo nodigt ons al langere tijd uit om naar hen toe te komen. In eerste instantie lijkt een miljoenenstad als Sao Paulo niet de meest voor de hand liggende keuze, maar als zij ons overtuigen dat het echt geen probleem is om voor langere tijd de auto bij hen achter ter laten, nemen we de uitnodiging graag aan. We ontdekken dat er nog dagelijks vluchten vanuit Sao Paulo via Parijs naar Amsterdam gaan en kopen een ticket. Thuis voelt ineens een stuk dichterbij en we zijn helemaal opgelucht. Sao Paulo betekent  bovendien zo'n 2000 kilometer minder rijden. We blijven echter flink gas geven en  besluiten op de dag voor onze geplande aankomst in Sao Paulo de auto een flinke wasbeurt te geven om al het zout eraf te spoelen. En dan gaat het mis.

We zien een wasserij waar vrachtwagens worden schoongespoten en Peter trapt op de rem. We moeten eerst een stukje achteruit om het terrein op te kunnen rijden en zien de betonnen putdeksel niet waar we overheen gaan. In slowmotion voelen we de auto aan de rechterkant schuin wegglijden en dan staan we stil. We staan nu niet meer op vier wielen, eentje hangt er in de lucht. We zijn met het rechter achterwiel in een diepe put gezakt. Als we uitstappen ziet het er vrij hopeloos uit, maar gelukkig bleef de bladveer op de gebroken putdeksel hangen zodat vitale onderdelen als de watertank en de buitenkeuken het asfalt net niet hebben geraakt. De servicedienst van de weg wordt voor ons gebeld, die een bergingswagen met takel regelt. Het is nog een heel gepuzzel hoe we hieruit kunnen komen.  Met een haak aan de rechterachtervelg wordt de Toyota een stukje opgetild, waarna Peter met zijn twee voorwielen het gat uit kan rijden. Pffff, dat was wel even zweten, want bijna zakte ook het andere achterwiel het gat in. We vieren onze redding  alsnog met een wasbeurt en even later staat de Toyota weer te glimmen alsof er niets gebeurd is.

Als we Sao Paulo binnenrijden, een wereldstad met heel veel glimmende woontorens, zijn de zes baans wegen rustig en is er op straat bijna niemand te zien. Hoewel Bolsonero vindt dat iedereen gewoon naar zijn werk moet gaan, hebben de Paulistas  er toch voor gekozen om thuis te blijven. We worden door Daniel en Monica met open armen ontvangen en in de dagen erna enorm verwend. We poetsen, sleutelen, pakken onze tassen en maken de Toyota klaar voor een lang afscheid. En zo kan het gebeuren dat we binnen een week landen op een verlaten Schiphol en nu thuis wennen aan een nieuwe realiteit. Terugdenkend aan Daniel en Monica die hun hart en hun huis voor ons openden kunnen we alleen maar heel erg dankbaar zijn.

TRANSLATE