Blog

We zijn in Chili.

We zijn de grens naar Chili overgestoken, ongeveer ter hoogte van Coyhaike. De overgang van Argentinie naar Chili is enorm. Er komt er een einde aan het schudden op stoffige ripiowegen, ineens rijden we op een prachtige asfaltweg, de beroemde Carretera Austral. Ook verlaten we de uitgestrekte steppe, het eindeloze ruige niets van Argentinie, waar we zo aan verslingerd zijn geraakt.

We zijn nu in Noord Patagonie, het jongste deel van Chili dat pas in de 20e eeuw gekoloniseerd en ontgonnen werd. Tot die tijd bewoonden inheemse volken, zoals de Tehuelche- indianen de eilanden en dit deel van het vasteland dat vooral bestaat uit bossen, snelstromende rivieren en ontoegankelijk gebergte.

Begin 1900 verpachtte de Chileense regering een enorm gebied rondom Coyhaike aan de houtkapindustrie, daarna volgden al snel de eerste kolonisten die een stuk land kregen als ze hielpen het land te ontginnen. De bossen hebben hier wel 10 jaar aan een stuk gebrand en inmiddels is het bos hier verdwenen. Het heeft plaatsgemaakt voor glooiende valleien met gras en koeien. Met de besneeuwde toppen op de achtergrond is het net een ansichtkaart uit Zwitserland. Hoe prachtig ook, we moeten echt even wennen. Coyhaike is een grote stad met veel backpackers. Wij lijken het menselijk gezelschap ontwend te zijn en besluiten de stad te verlaten.

 

We vinden een prachtige plek in het piepkleine dorp Torreones aan de snelstromende rivier de Rio Simpson. Wij maken een lange wandeling langs de rivierbedding en landerijen waar ik helemaal enthousiast wordt van de oude houten schuren. Ik krijg fantasieen over lange tafels in het veld en een maaltijd die ik er zou maken voor wie wil aanschuiven, iets met forel die hier zo vers uit de rivier op je bordje springt.

Als we een week later mogen kamperen op het land van een bejaarde boer en boerin moet ik mijn romantische fantasieen over het boerenleven toch wat bijstellen. Het is hard werken en alle dagen lijken op elkaar. ‘s Ochtends vroeg gaat oma in haar overschort en op laarzen de koeien melken in de schuur. Opa is ziek, ze krijgt hulp van haar zoon die in de buurt woont.

 

Als deze klus geklaard is sjouwen we de emmers melk naar het boetje waar ze kaas maakt. De melk gaat door een kaasdoek in een van de emmers. Boven haar hoofd liggen al een paar kazen te drogen op een houten frame. Dan zijn er nog de kippen en de schapen, van de wol breit ze dikke sokken en truien. En tenslotte zijn er nog vijf grote plastic kassen waar oma groenten in verbouwd.

We mogen mee naar binnen want ze gaat melk voor ons koken op haar houtfornuis. In de warme keuken ligt een lap vlees op het aanrecht. Er staan wat kruiden in een oude plastic bak voor het keukenraam. Afgezien van oude pagina’s van een scheurkalender met boerentaferelen aan de muur, en een paar familieportretten, is er niets dat niet functioneel is in dit oude houten huis. Een zelfvoorzienend leven, iedere dag hard werken en weinig comfort, en heel tevreden oud worden, levenskunstenaars zijn het.

 

 

TRANSLATE