Blog

Het wilde zuiden

Nog ruim 100 km voor de grens met Chili, de Toyota piept en kreunt na vele uren schudden over een slechte ripio-weg, besluiten we te stoppen in Rio Mayo. Tot nu toe passeerden we slechts slaperige stadjes, waar het leven zich, onzichtbaar voor ons, achter de gehaakte gordijntjes afspeelt. Maar dit keer hebben we geluk. Een groot uithangbord kondigt het jaarlijkse schapenscheerdersfeest aan dat juist vandaag zal beginnen en drie dagen zal duren. We vinden een plek op de kleine gemeentecamping tegenover het feestterrein waar de voorbereidingen in volle gang zijn.

Om ons heen worden grote pick-ups geparkeerd, tenten opgezet en de eerste barbecues al aangestoken. Ik zie enorme veewagens arriveren met schapen en langs de auto's aan de rand van de weg rijden mannen te paard.

Het programma vermeldt een heuse miss schaap verkiezing, optredens van de plaatselijke rockbands, en natuurlijk een wedstrijd schaapscheren. Het spannende onderdeel waar het ons om te doen is begint pas om 10 uur ‘avonds in een arena zo groot als een flink voetbalveld waar in een halve maan tribunes omheen zijn gebouwd: de rodeo- wedstrijden.

Het paard speelde in Patagonie dezelfde rol als in het Noord Amerikaanse ‘wilde westen’. Tegenhanger van de cowboy is de ruige Argentijnse gaucho van gemengde Spaans - indiaanse afkomst die een grote rol speelde bij de onafhankelijkheidsstrijd van Argentinie en de openlegging van de uitgestrekte pampa.

De gaucho is net als de cowboy het symbool geworden van vrijheid en pioniersgeest. Als onafhankelijke mannen zwierven ze over de steppe en dreven kuddes wilde paarden of gestolen vee bijeen. De gauchos vingen het vee met bolas, aan touw gebonden werpstenen, die ze van de Tehuelche- indianen hadden overgenomen. Ze leefden van vlees en een sterke kruidendrank, yerba- mate, en natuurlijk veel drank. De gaucho kleedde zich met leren laarzen, een wijde lange broek of bombacha, een grote met zilveren munten versierde riem, de rastra, en een lange poncho. Hij was even onafscheidlijk van zijn paard als van zijn mes, dat hij gebruikte voor het doden en villen van het vee, maar ook om soms bloedige duels uit te vechten.

Tegenwoordig leven de gauchos niet meer als vrije mannen op de pampa’s maar werken ze op de grote estancias om het vee bijeen te drijven. De gaucho van nu is niet meer zo ruig als vroeger, maar heeft zijn trots behouden.

De wat eenvoudiger en bescheidener Chileense tegenhanger van de gaucho is de huaso. De huasos dragen bij veel gelegenheden hun traditionele kostuum, dat enkele eeuwen geleden uit Andalusie werd overgenomen, met brede platte, ‘cordoba- strohoed’, kleurige korte poncho, en rijlaarzen met grote zilveren sporen. Typisch voor de Chileense ruiters zijn ook de fraaie stijgbeugels met bewerkte houten klompen waarin de laarzen rusten. Met dank aan Henk Filippo.

Aan het begin van de avond is het een gezellige drukte op het feestterrein. Een enorme asado is aangestoken en bij de cantina drinken stoere mannen zich moed in voor de rodeo vanavond. Overal zie ik gauchobaretten en een enkele brede platte hoed. Er zijn marktkramen met alles wat een gaucho nodig heeft, messen, bola's, bombacha's en poncho's.

Rond half 11 beginnen de tribunes zich te vullen. Het is inmiddels flink afgekoeld en velen hebben een thermoskan met heet water bij zich waarmee ze een beker vol matekruiden steeds weer vullen en laten rondgaan. Een enkeling drinkt wijn uit een leren zak. Vanaf een hoger podium dichtbij het veld klinkt opzwepende muziek van een oude man met gitaar die het publiek welkom heet en in zijn liederen de moed en rijkunsten van de deelnemers bezingt. Een krachtige ‘up- tempo fado muziek’ die urenlang doorgaat en opzwepender wordt op het moment dat een van de gauchos een wild paard bestijgt voor een rodeo.

Ondertussen laten gauchos zien wat paardrijden is. Losjes in het zadel, in 1 hand de teugels, laten ze de paarden dansen, steeds weer van ritme en pas veranderen, zetten ze aan tot een galop en draaien dan met gemak rond hun as of zigzaggen kruislinks stappend door de arena. Ze presenteren zich een voor een voor het podium waarbij het lijkt alsof ze vanuit stilstand in galop zullen springen, maar houden hun paard tegelijkertijd net in bedwang. Het lijkt alsof ze de motoren van hun ferrari laten ronken vlak voor de aanvang van een race. Zoveel vurige paardenkracht met 1 hand schijnbaar losjes in bedwang houden is indrukwekkend.

In de arena staan drie stevige houten palen waar steeds weer nieuwe ongezadelde paarden naartoe worden gebracht. De paarden worden vastgebonden, soms geblindoekt, en een leren riem wordt om hun borst strakgetrokken. Een aantal mannen staan bij de palen, zij maken het paard rodeo-klaar, zwepen het paard op, niet geheel ongevaarlijk, maken het steeds wilder en vuriger, waarbij het er niet altijd zachtzinnig aan toe gaat. En als de rodeo-ruiter voldoende moed heeft verzameld, slingert hij zich op het paard dat dan wordt losgelaten. Het paard kromt zijn rug en maakt enorme bokkensprongen, terwijl de gaucho zich met 1 hand vasthoudt aan de riem en met de andere hand met behulp van een zweep het paard nog vuriger maakt. Als de man na enige tijd nog niet van het paard is gevallen, rijden twee mannen langszij en plukken de man van het paard, waarna het dier in wilde paniek wegrent en door twee andere ruiters weer wordt ingesloten. Een ruiter die lang op het paard kan blijven zitten wordt door het publiek met applaus beloond. Het is beslist moedig en indrukwekkend wat de rodeo-ruiter doet, maar wij hebben medelijden met de getergde paarden en zoeken, enigszins verkleumd op de tribunes, na drie rodeo’s ons bed op. Nog uren daarna hoor ik de man zingen.

 

TRANSLATE