Blog

Waar zijn ze dan?

Het is alweer ruim een maand geleden dat we het eiland Chiloe verlaten. Het begint er te regenen en dat houdt voorlopig niet meer op. We bezoeken nog even de kust waar nazaten van de oorspronkelijke indianen met zijn allen vastgeplakt tegen heel steile heuvels aan een paar prachtige baaien wonen.  Het is er druilerig en daardoor een beetje triest dus trekken we weer verder.

We komen langs meren en heel veel boerenbedrijven in een vlak landschap en besluiten de snelweg te pakken om een heel stuk noordelijker de vulkanen op te gaan zoeken. Eerst naar Pucon, waar  toeristenburo’s ons verleiden om de Villarica-vulkaan te gaan beklimmen. Maar die ziet er vanaf een afstandje ook prachtig uit, zeker nu de zon doorbreekt. Wij hebben onze zinnen gezet op een middagje dobberen in de warmwaterbronnen en kiezen voor de Thermos Geometricas. Langs 500 meter roodbruine plankieren kunnen we kiezen uit heel veel natuurlijke bronnen, variërend van lekker warm tot heel erg heet. We bubbelen en dobberen  tussen enorme varens, bamboe en mossen, en zien kolibrietjes fladderen. Het complex eromheen, de kleedhokjes en het restaurant, is zo gebouwd dat je het gevoel krijgt in Japan te zijn beland.

Schoongeschrobt en uitgerust zijn we klaar voor een trekking in het nationaal park Conquillio. We hebben inmiddels de Auracania-regio bereikt waar ik verliefd word op de prachtige paraplubomen. De tocht naar de Sierra Nevada tegenover een van de actiefste vulkanen van Chile, de Llaima is fantastisch; mijn angstige fantasieën over een mogelijke uitbarsting ben ik daardoor snel weer vergeten.

Daarna gaan we de grens over naar Argentinië waar we afzakken naar het Illumine-meer. We bivakkeren twee dagen op een droomplek aan dit verstilde prachtige meer en doen even helemaal niets.

Vervolgens gaan we weer noordelijker en bezoeken we het gebied aan de voet van de Domuyovulkaan. Dit desolate gebied is zo indrukwekkend dat we er dagenlang rondtoeren. Het is enorm uitgestrekt en vooral heel erg leeg en kaal, toch komen we er nog een gaucho tegen die geiten en koeien verplaatst naar de schaarse plekken waar nog een beetje gras groeit.

Nog noordelijker komen we in steeds drogere woestijnachtige gebieden, waar we in the middle of nowhere bivakkeren langs een lavawand.En dan vanuit die enorme droogte arriveren we in een groene oase. Het is de volledig geïrrigeerde wijnstreek onder Mendoza, waar ik het gevoel heb in Zuid Frankrijk te zijn beland. Lanen met aan weerszijden enorme platanen, zonnebloemen, en natuurlijk heel veel wijngaarden. Wij bezoeken er Salentein het wijnhuis van landgenoot Pon. Na heel veel glazen heerlijke wijn en fantastische lunches, wordt het tijd om mijn lever wat rust te gunnen.

 

Overal komen we onderweg kleine kapelletjes tegen met flessen water. Vooral vrachtwagenbestuurders eren hiermee een vrouw die heel erg veel van haar man hield en daardoor de weg kwijt raakte. Zij liep met haar baby de woestijn in om haar verdwenen man te zoeken en dat liep natuurlijk niet goed af. Zouden al die bestuurders gebedjes prevelen in de hoop dat hun vrouw thuis op hun wacht?

We maken een tussenstop bij het prachtige meer bij Potrerillos en gaan dan dwars door de Andes een indrukwekkende pas over.

Door een canyon met aan weerszijden rode kale bergen, blijven we stijgen tot 3100 meter waar we, na een lange tunnel op deze hoogte,  ademloos de douanepost bereiken. Daarna zigzaggen we  heel veel kilometers naar beneden en zijn we weer in Chile. Op naar de kust.

TRANSLATE