Waar zijn ze dan
- On 3 sep, 2023
- By Michelle
In Diamantina, het meest afgelegen en meest authentieke koloniale goudstadje, beginnen we onze road-trip over de Estrada Real. Op het eerste traject tot aan Ouro Preto rijden we steeds langs de Espinhaco bergrug, dwars door prachtige natuurparken met watervallen en regenwoud en passeren we heel veel dorpjes met op het hoogste punt altijd een oud houten kerkje. Aan hout is geen gebrek, heel veel percelen met snelgroeiende eucalyptusbomen worden gekapt en daarna weer aangeplant. Langs het hele pad is regelmatig een soort totempaal neergezet zodat je weet dat je het goede spoor volgt.
We verdiepen ons in de cultuur van de tropeiros, en drinken onze eerste cachaca. In Serro worden we geïnterviewd door een groep jolige scholieren die hun Engels op ons oefenen. Al gauw gaan we over op de universele taal “voetbal”, want dat spreken zij allemaal vloeiend. We kopen er prijswinnende kazen en proeven ons eerste ijsje met kaas smaak. Mwah.
Bij Tabuleiro strekken we onze benen om bij een 200 meter hoge waterval te komen en dippen even in de rivier om het vuil van dagen weg te spoelen.. Ook repareren we er onze eerste lekke band, na ruim 60.000 vaak ruige kilometers door Zuid Amerika. We zijn in een spijker gereden. We zien de band langzaam leeglopen door een handig apparaatje dat de bandenspanning continue weergeeft.
In Mariana en Ouro Preto zijn de kerken prachtig maar de straatjes huiveringwekkend steil en ook bij het bezoek aan de goudmijn moet ik mijn hoogtevrees wegslikken. Er wordt in Minas Gerais nog steeds veel gemijnd, nu naar ijzererts. Treinen met een eindeloze sliert wagonnetjes slingeren door het landschap.
Het volgen van de Estrada Real is een feest, het pad brengt ons langs de mooiste plekken, nu door een uitgestrekt groen en strogeel heuvellandschap met kleine boerderijen met wat vee. We rijden op gemiddeld 1000 km hoogte en als we ‘s ochtends wakker worden zien we de mistflarden langzaam optrekken uit de velden. Altijd vinden we een bijzonder plekje voor een bivak, langs de kust, bij een afgelegen kerkje, een open plek in het bos. Soms komt er iemand even een kijkje nemen, maar we ontmoeten alleen maar vriendelijke en gastvrije mensen.
We komen aan in Tiradentes, een koloniaal stadje dat zich opmaakt voor een gastronomisch festival. Even een paar dagen niet rijden en genieten van wat de chef-koks hier creëren. De komende week wordt veel regen voorspeld. Het loopt tegen het einde van de droge winter en de natte “ lente” is in aantocht. Met droog weer is de Estrada Real goed te doen, al gaat het erg langzaam. We besluiten de Estrada Real te verlaten en via het asfalt weer een stuk noordwaarts te gaan, waar het nog een paar dagen droog blijft, om in Brumadinho het park Inhotim te gaan bezoeken dat hoog op mijn verlanglijst staat. Inhotim is beslist een van de hoogtepunten van onze tocht door Minas Gerais.
Dan naderen we een streek die bekend is om zijn waterbronnen. Het wordt weer tijd voor een bad en dit keer doen we dat in stijl in een victoriaans badhuis uit 1900 in Caxambu. Ik krijg visioenen van strenge zusters in witte uniformen die een keiharde straal koud water op me richten, maar in plaats daarvan zweten we zeker een pondje eraf op de houten banken van een sauna en worden daarna heerlijk gemasseerd, beklopt en opgerekt.
We zijn weer helemaal schoongeboend maar kunnen nog wel wat extra energie gebruiken. Daarom pakken we de Estrada Real weer op en klimmen met druilerig weer omhoog om SãoThomé das Letras te bezoeken. Volgens Braziliaanse mystici zou dit een van de meest spirituele steden ter wereld zijn met een heel speciaal energetisch veld. Ook worden er regelmatig Ufo’s gesignaleerd. Dat laatste verhaal tempert onze verwachtingen enigszins. Dat is maar goed ook want São Thomé das Letras blijkt een tamelijk treurige plaats bovenop een heuvel. Ik denk dat je geestverruimende middelen nodig hebt om hier in hoger sferen te komen. De winkeltjes liggen vol met heksen, piramides en stenen met geneeskrachtige werking, maar een fijne opwekkende energie hangt er niet echt. We bezoeken nog even de kleine grot aan het plein waar rastajongeren lusteloos rondhangen, en besluiten na de lunch te beginnen aan de lange hobbelige weg terug richting het lonkende asfalt.
Het wordt tijd om aan de terugreis te beginnen, richting São Paulo. Maar eerst nog een paar dagen luieren in Paraty en ietsje verderop bij een vissersdorp aan de kust, waar de wolken wegtrekken en de zon weer tevoorschijn komt. Tijd voor de laatste superverse garnalen en visjes op de grill.
Als jullie dit bericht lezen zijn we onderweg naar onze Braziliaanse familie, Monica en Daniël. We gaan eindeloos bijkletsen, weer een nieuw stukje van São Paulo ontdekken en knutselen aan het dak dat wel wat extra stevigheid kan gebruiken. Het dakluik heeft de spanning van het polyester dak verzwakt. Het wordt met veel regen nu een soort badkuip, en dat vraagt om een creatieve oplossing. Een nieuwe uitdaging voor de mannen, komt vast weer helemaal in orde. En dan naar huis, ook een heerlijk vooruitzicht. Ik heb het gevoel dat we een extra leven erbij hebben gekregen, eentje waarin de klok langzamer lijkt te lopen, waarschijnlijk omdat iedere dag hier anders is met nieuwe uitzichten en ontmoetingen.