Blog

Waar zijn ze dan

Dit jaar maken we een wat kortere reis door Brazilië. We logeren een paar dagen bij Daniel en Monica en buigen ons samen over de kaart. Omdat we niet alleen maar kilometers willen maken besluiten we ons te beperken tot de provincies Rio de Janeiro,  Espírito Santo, een stukje kust van Bahia, en tenslotte het binnenland van Minas Gerais. We zullen eind augustus Daniel en Monica treffen in een Nationaal Park  voor we de auto weer achterlaten in São Paulo.

De eerste stop is Paraty, een stadje aan de kust tussen São Paulo en Rio, waar we graag terugkeren. Maar voor we daar aankomen, nemen we een kijkje bij een van de bouwwerken van de beroemde architect Oscar Niemeyer. In het stadje Aparacedu  waar ooit Maria zou zijn verschenen bouwde hij een kathedraal die, hoewel een tikkeltje kleiner, minstens zo indrukwekkend is als de Sint Pieter in Rome. Het is een modern gebouw, gemaakt van zijn favoriete materiaal, beton, minimalistisch qua interieur en decoratie met veel ( gekleurd) glas en transparante open ruimtes. Ik vind het prachtig en hoop nog veel van zijn gebouwen te gaan zien.

Paraty, we komen er voor de derde keer, voelt al een beetje als thuiskomen. We zetten de Toyota aan het stad strandje waar we ‘s avonds omringd zijn door fitte bewoners van de stad die zich met een personal trainer in het zweet werken. Wij verkennen de omgeving, de afgelegen strandjes van naburig Trindades die we via junglepaden bereiken. Het is wintervakantie voor de Brazilianen en dus nogal druk.

We vinden de rust die we zoeken iets voorbij Paraty, in een klein vissersdorp waar werkelijk niets gebeurd. Precies iets voor ons. We bivakkeren op een prachtige  plek onder cashew  bomen aan een strandje, kopen in een schuur verse vissen voor op de grill en enorme garnalen en zijn diep gelukkig.

default

Als we net weer onderweg zijn horen we steeds een soort gebonk , kloink, kloink, aan de achterkant van de auto. We staan niet zo fijn aan de kant van een weg waar veel vrachtverkeer voorbijraast, hebben nog geen idee wat er aan de hand is. Iets met de achteras? Even later stopt er een servicewagen van de lokale wegenwacht, die vast door een voorbijganger is gebeld. De vriendelijke man zet de weg af met pilonnen en regelt een oplegger bij zijn collega’s. Dan blijkt pas wat er mis is, 5 van de 6 bouten van het achterwiel zijn afgebroken, gelukkig zijn we net op tijd gestopt, anders waren we een wiel verloren. Peter herinnert zich nu een onafgemaakte klus bij ons vertrek uit Brazilië 5 maanden geleden, waarbij hij vergat de bouten goed aan te draaien. Onze Bandeirante volgetankt met benzine en water, is topzwaar en zorgt ervoor dat de vrachtauto van de oplegger steigert en met twee voorwielen omhoog komt. De mannen zijn supervriendelijk en hijsen de Toyota koelbloedig en vakkundig op de oplegger. We worden er weer afgeladen in de buurt van een werkplaats. Het is gaan regenen en over een uurtje is het pikdonker. Peter vindt in een autozaakje met onderdelen de juiste bouten, moeren en wiellagervet, leent een speciaal stuk gereedschap bij een werkplaats en krijgt het gelukkig voor elkaar om de nieuwe bouten te monteren. Het is donker als we weer kunnen rijden en vinden in de buurt een plekje voor de nacht. De volgende dag rijden we naar Petrópolis.

Na Petrópolis en het National park in Theresapolis, rijden we naar de Costa da Sol van Rio. Het heeft ongetwijfeld prachtige stranden maar het is er bomvol. In Arraial manoeuvreren we ons kriskras door de drukte, via een smal slingerend 4×4 blubberpad naar een afgelegen plek, hoog boven alle drukte, met vóór ons prachtig uitzicht op een baai en achter ons de open zee. Een tip van Daniël. De volgende dag ontdekken we hoe sommige Brazilianen vakantie vieren. Op volgeladen boten, joelend op de muziek, de “ reisleider” tetterend in een megafoon, laten zij zich afzetten op een afgelegen strandje. Wij tellen onder ons in de baai zeker 25 volle boten die af en aan varen. Maar vroeg in de ochtend is het stil en aan het einde van de middag keert de rust terug.
Wij turen ondertussen met verrekijkers naar de zee achter ons en zien walvissen die er komen om te paren. Eerst is er in de verte een fontein van water, dan nog eentje, daarna een vin, een rug en soms een staartvin van walvissen die het leuk hebben met elkaar. Soms komen ze met hun kop uit het water en laten zij zich met een enorme klap weer in zee vallen. Hier kan ik uren naar kijken.

Na een korte stop in Buzios waar welgestelde mensen uit Rio hun tweede huis hebben, is het voor ons tijd om deze streek te verlaten. We kiezen een groene afgelegen plek op de kaart, heel veel kilometers verderop en vinden er een zo goed als verlaten dorp met vakantiehuizen in aanbouw aan een woest kolkende oceaan. Het dorp is nogal ongezellig maar ligt middenin een natuurgebied vol kristalheldere meren, een soort wetlands vol watervogels. Om er te komen zwabberen we over rulle zandpaden, komen natuurlijk even vast te zitten, en vinden dan een prachtige plek voor een lunch met vis op de grill. Peter laat zich van puur geluk iets te enthousiast in zijn stoel vallen en zakt erdoorheen. Ach daar vinden we wel weer wat op.

default

Verder trekken we, dit keer dwars door de provincie Espírito Santo. We roepen voortdurend ohh en ahhh als we door deze weelderig groene streek rijden. We zien heel veel heuvels van graniet, die in de loop van miljoenen jaren door weer en wind zijn afgesleten tot zachte ronde vormen, die als gigantische keutels verspreid in het landschap liggen. Daartussen kleine boerderijen tussen palmen en bananenbomen, ruisende stroompjes, smalle rode paden op de groene heuvels waarlangs aan het einde van de dag Indiase witte koeien, rustig achter elkaar aan richting stal kuieren. Heel Idyllisch dus.
Veel granieten heuvels worden langzamerhand weggehakt door heel erg veel bedrijven voor marmer en graniet. Na verloop van tijd verandert het landschap in glooiende heuvels vol koffieplantages, daarna vele hectares vol snel groeiende dunne hoge bomen die perceel voor perceel worden gekapt en opnieuw aangeplant. Gigantische vrachtwagens vol boomstammen denderen over de wegen.
De streek is helemaal niet op toerisme ingesteld, er zijn maar enkele doorgaande wegen zonder een plaats om te stoppen voor een foto, dus blijven we maar rijden. Wel vinden we in een stadje een werkplaats waar ze ons kunnen helpen met het repareren van de stoel.

Zo trekken we nieuwe sporen in het landschap en zijn we iedere dag zielsgelukkig als we wakker worden op weer zo’n bijzondere plek. Met een kop koffie turen naar de oceaan, samen de garnalen pellen voor de lunch, luisteren naar de vogels, opgaan in 100 tinten groen, spelende kinderen, giebelende tieners, en altijd weer vriendelijke mensen die ons “bom dia” wensen of een heel verhaal beginnen waar we niets van begrijpen. Om zes uur is het stikdonker, we slapen onder een schitterende sterrenhemel. Zomaar een paar van de vele geluksmomenten op een dag, bovenop het gevoel van vrijheid dat ik niet in woorden kan vangen, dat het leven in ons huis op wielen biedt.

Vlak bij de grens met Bahia, stoppen we in Itaúnas, waar we het internationale Foró-muziekfestival nèt missen. Het dorp keert weer terug naar zijn eigen  relaxte ritme, kinderen komen uit school, jongeren spelen voet-volleybal over een net, de zanderige wegen worden aangeveegd. Het dorp is bekend om zijn duinen die zich vele kilometers uitstrekken en die het oorspronkelijke dorp in de loop der jaren onder  poederig wit zand hebben bedolven. Na een storm is soms de punt van het kerktorentje even zichtbaar. Het nieuwe dorp is gebouwd aan een kronkelige smalle rivier die zich landinwaarts verbreed tot ondiepe meren waar kaaimannen zich tussen de waterplanten verstoppen. Wij krijgen het droeve bericht dat Bella, het  grappige dappere hondje  en reismaatje van Daniel en Monica is overleden. Wij zullen haar missen.

TRANSLATE