Blog

Voor de stevige trek

Curanto  is een lokaal gerecht dat volgens mij de essentie van Chiloe vangt en dat we dus echt een keer moeten proeven. Het maakt gebruik van wat de oceaan, de boerderij, het land en de moestuin te bieden heeft. Het procédé om het te bereiden is oer-oud, je neemt er de tijd voor en je maakt het met elkaar in grotere hoeveelheden, zodat je er met familie en vrienden van kunt genieten. Het is puur, zonder poespas en bijzonder voedzaam.

Traditioneel wordt Curanto bereid in een gat in de grond van een halve meter diep. In dat gat leg je een laag gladde stenen. Daarbovenop maak je een houtvuur van tepú, een houtsoort uit het Patagonische bos dat langzaam brandt en er een eigen aroma aan geeft. Als de stenen roodgloeiend zijn wordt het vuur gedoofd en het hout verwijderd. Om het gat worden takken van de geurige arrayan-struik gelegd. Een laagje vers geoogst zeewier gaat over de stenen heen en dit wordt het bed waarop een net met allerlei schelpen, mosselen, worsten  en stukken vooraf  aan een spit gerookt varkensvlees, wordt gelegd. Ook leggen ze er mincao tussen, gepureerde aardappelen in een lap deeg. Afhankelijk van wat de moestuin biedt, wordt er daartussen een apart netje met  erwten, tuinbonen, knoflook en de lokale paarse aardappelen uit de moestuin gelegd. 

Om ervoor te zorgen dat er geen stoom ontsnapt, wordt het gloeiende bed toegedekt met een laag volwassen bladeren van de nalca, die enorme rabarbersoort. De stoom zal de schelpen openen, de groenten garen, het vlees warmen en de geur van het stomende zeewier geeft het geheel een heel eigen rokerige zilte smaak. 

Tja en dan is het zaak om vooraf met een stevige trek aan te schuiven, want wow, als zo'n schaal voor je neus staat denk je vast hoe ga ik dit allemaal opeten. De mincao, de aardappelpuree in dat bleke deeg is niet mijn favoriet, maar de rest is heeeeerlijk! 

TRANSLATE