Blog

Route N260

Catalonië heeft zijn eigen route 66, maar hier noemen ze hem de N260. Hij start net over de grens in Spanje bij Portbou, krult zich eventjes om de Costa Brava langs de kust, en verlaat deze bij Llanca om na een recht stuk voorbij Figueres de bergen op te zoeken. Vanaf dat moment schuurt hij langs de Pyreneeën, door heel het noorden van Catalonië om na bijna 500 km in Aragon te eindigen. Ooit gaan we deze weg helemaal volgen, maar nu de weerkaart in de bergen ’s nachts al temperaturen onder nul aangeeft, besluiten we een klein stukje van deze route te volgen, als een soort voorafje voor het echte werk.

De eerste stop is in Besalu waar we onszelf onderdompelen in de Middeleeuwen. We komen het dorp binnen via een stenen voetgangersbrug met stoere bogen over rivier de Fluvia, nu een meanderend stroompje in een lieflijk landschap in herfstkleuren maar soms een woest kolkende rivier. Besalu is een pareltje, de huizen gemetseld van grijze keien en pleisterwerk met het patina van eeuwen geleden, bollende muren, oeroude houten deuren, balkonnetjes  met ijzeren balustrades die het lijken te begeven, smalle stegen met doorkijkjes op de rozetten en bogen van okerkleurige romaanse kerken en overal gaten in muren waarin koerende duiven nestelen. De sobere kerken hebben ronde ramen met betoverend glas in lood. Als je ernaar kijkt is het alsof je draait aan een ouderwetse caleidoscoop met spetterende kleuren. Het is een beetje alsof je in een openluchtmuseum loopt maar toch wonen er nog 700 mensen die elkaar treffen bij een espresso of een sangria op een van de pleinen.

Besalu is een stad waar naast katholieken veel Joodse mensen woonden, hun huizen zijn herkenbaar aan twee kleine gaten bij de voordeur waar zij bij binnenkomst en vertrek twee vingers insteken om zo een in de muur verscholen huls met teksten uit de Torah aan te raken. Naast de resten van een synagoge is per toeval een ondergronds joods badhuis gevonden, een koele stenen ruimte met trappetjes naar een bassin dat zich via gaten vulde met het koude water uit de Fluvia waarin men zich onderdompelde voor een rituele reiniging. In de burgeroorlog onder Franco is er ook hier veel geleden en zijn de laatste Joden gevlucht. 

Ik vind een bric a brac, een schatkamer vol o.a. buitgemaakte uniformen en helmen uit de eerste wereldoorlog, oude racefietsen en gebreide hansoppen van wielerhelden van weleer, pyama’s en linnengoed uit de goed gevulde kasten van de stad, foto’s en nog zoveel meer, waar ik een hele poos dwaal tussen de hebbedingen van Spaanse opa’ s en oma’s.

We vervolgen onze tocht over de N260, passeren stoppelig rode gerooide velden, rivierbeddingen, boerderijen, groene akkers en oude stadjes met namen als Tortella en Montagut, en altijd de rollende uitlopers van de Pyreneeën op de achtergrond.

We eindigen onder Castellfollit de la Roca, een stad waar de huizen lijken te hangen aan een zestig meter hoge, honderden meters lange rotsrichel. De mensen die er wonen zijn of wanhopig of naïef optimistisch of onverschrokken maar hebben kennelijk besloten dat hun huis het wel gaat winnen van de zwaartekracht. Begin 2016 maakte 70 ton basaltstenen zich los en daarbij is er ongetwijfeld een keuken of patio naar beneden gestort. Fotogeniek is de wand zeker, wij sturen de drone omhoog en genieten van het uitzicht.

TRANSLATE