Blog

Luchtkasteel

Hoog boven El Port de la Selva, na een hele poos zigzaggend klimmen tot op zo’n 520 meter, ligt het mysterieuze klooster Sant Pere de Rodes als een luchtkasteel in de wolken. Niemand weet wanneer precies en door wie het gebouwd is maar in de 9e eeuw gingen er al geruchten dat een groep monnikken zich in deze streek had gevestigd. Het zou kunnen gaan om een groep gevluchte monnikken uit Rome die de relikwieën van St Petrus en andere heiligen in veiligheid wilden brengen. Ik meen dat het om Petrus zijn hoofd en rechterarm ging. Paus Bonifatius IV heeft toen het sein op veilig stond de opdracht gegeven om een klooster te bouwen, wat gezien de lokatie, de omvang en de complexiteit van het gebouw een gigantische  klus moet zijn geweest. In de 10e eeuw beleefde het klooster zijn glorietijd, de adel raakte geïnteresseerd en schonk het klooster veel landerijen. Mede door die relikwieën werd het klooster in de loop van de tijd een belangrijk pelgrimsoord. Nu nog vind je een hospitaal bij de voordeur waar zieke of zwakke pelgrims, na hun helse tocht de berg op, konden worden verzorgd.

Vanaf de 14e eeuw ging het bergafwaarts met het klooster. Door oorlogen, epidemieën en voortdurende aanvallen door piraten en bandieten raakte het spirituele leven natuurlijk in het slop. In de 17e en 18e eeuw krabbelde de gemeenschap weer op en ging het de abdij financieel voor de wind omdat de monnikken  op grote schaal wijn gingen verbouwen. Zij zijn verantwoordelijk voor de aanleg van al de terrassen die zijn uitgehouwen en al de stenen muurtjes die zijn gestapeld op de heuvels van Cap de Creus, echt monnikken-werk. Die goed gevulde  spaarpot bleef natuurlijk niet onopgemerkt en trok een hoop ellende aan, waardoor In 1798 de laatste monnikken  besloten de pij aan de kapstok te hangen en een veiliger woonplaats op te zoeken. Van het hoofd en de rechterarm van Petrus, daar waar het allemaal mee begon, is vermoed ik, nooit meer iets vernomen.

Tja en toen de gebouwen leeg stonden was er geen redden meer aan en is de hele boel leeggeplunderd en in verval geraakt. Gelukkig is in 1930 het gebouw aangewezen als een belangrijk historisch monument en begon men met de eerste restauratiewerkzaamheden. Vanaf 1989 pakte men het heel ambitieus aan en na 10 jaar archeologisch onderzoek en restauratie staat er nu een indrukwekkend en prachtig gebouwencomplex.

Het eerste wat opvalt zijn de twee torens, beiden 27 meter hoog, de linkertoren is een klokkentoren, de rechter een verdedigingstoren. Zodra je binnenkomt sta je in het atrium van de kerk en val je met je hoofd in je nek stil van de indrukwekkend hoge dubbele pilaren, de bogen en het gewelfde plafond, Omdat er van de oorspronkelijke rijke versieringen niet veel meer over, steelt de sobere maar indrukwekkende romaanse bouwstijl de show. Daarna kun je via trappen verdeeld over drie verdiepingen een wirwar van gebouwen ontdekken, de crypte, de sacristie (voor de gewaden de benodigdheden voor een kerkdienst), natuurlijk het klooster met de kloostergang waar ze  een beetje konden kuieren, de verblijven van de monniken, de kelders voor al die flessen wijn, de eetzaal, de voorraadkamers, een ruimte om met elkaar te bidden of te discussiëren, en buiten de groentetuin. Wat ik zelf zo bijzonder vind is dat door het ontbreken van de daken, ook zonder te bidden of te mediteren ik steeds het gevoel hebt met mijn hoofd in de wolken te lopen. 

Een korte wandeling verderop vinden we nog een kerkje uit de 12e eeuw en de restanten van een dorp dat er ooit omheen heeft gestaan. Het magnifieke uitzicht over de omgeving leidt tot inspiratie want een verdwaalde doedelzakspeler biedt er ons onverwacht een wonderlijk concert.

TRANSLATE