Blog

Pionieren in een barre woestijn

We zijn weer in Argentinie waar we de Andes achter ons laten en het landschap verandert in een kale eindeloze vlakke nietsigheid. Het waait stevig, de lucht is grijs en het ziet er buiten onvriendelijk uit. We zetten er maar een muziekje bij op en rijden honderden kilometers over glad asfalt op weg naar de kust. Fantastisch dat asfalt, dat schiet lekker op. Af en en toe zien we een nandu, het neefje van de struisvogel, als een verdwaalde balletdanser door deze stoffige steppe gaan. Guanaco’s grazen hier gevaarlijk dichtbij de rand van de snelweg.

We naderen de bewoonde wereld en stoppen in Puerto Santa Cruz, een kustplaatsje dat als het om gezelligheid gaat niet echt in de prijzen valt. Waarschijnlijk is het de grauwe grijzigheid en het gieren van de wind, waardoor ik me afvraag me af hoe je hier kunt leven in deze kale narigheid.

We ontdekken een pioniersmuseum waar we in een tijdmachine stappen en terechtkomen in de tijd van onze (over) grootouders maar dan aan deze kant van de oceaan. We lopen door een huisje uit het begin van deze eeuw, en ik zie de koffers waarmee deze bikkels de oversteek maakten. Wat neem je mee als je mee gaat (moet?) met je man die naar de andere kant van de wereld wil om er schapen te gaan houden? Jurken, kekke hoedjes, sieraden, een lekker luchtje, ongemakkelijke schoenen met hakken, dikke kousen, wollen vesten en vrolijke roze onderbroeken.

Het ijzeren ledikant en de badkuip zien er heerlijk kneuterig uit, daar wil je zo instappen. Het medicijnkastje is goed gevuld, je moest je waarschijnlijk zien te redden met huismiddeltjes als aspirine en iets tegen buikloop, want het duurde hier tot 1920 voor het eerste hospitaal er kwam.

Het keukentje is een gezellige boel met een stoof met oven waar je  heel wat taarten in gebakken hebt. Dat ga je natuurlijk doen om de moed erin te houden als het buiten weer keihard waait en er in je tuintje niets wil groeien.

Je krijgt hier vast veel kinderen en op zondag schenk je thee uit de porseleinen kopjes die de reis overleefden en ben je trots op je gepoetste zilverwerk. Gelukkig heb je een grammofoon, een banjo en een piano voor een vrolijke noot en op dagen dat je het helemaal niet meer ziet zitten is er altijd nog de goed gevulde drankkast….

TRANSLATE