Blog

Niet verder vertellen….

We verlaten Portgliatt maar niet voordat we nog een laatste blik werpen op de uitgestrekte schoonheid van Cap de Creus bij de vuurtoren.

De weersverwachting stuurt ons zuidelijker, we blijven een poos de kust volgen en strekken onze benen in het vriendelijke dorp L’Escala. Hier vinden we de oude zoutfabriek waar ze ruim 100 jaar geleden al ansjovis en sardientjes in het zout legden. De vissers brachten hun vangst naar de fabriek waar de vrouwen van het dorp tot diep in de nacht aan het werk waren om de ingelegde visjes de volgende dag te kunnen verkopen. Het ziet er op de foto nog best gezellig uit. Zo bespraken de meiden tijdens het zouten vast de laatste dorpsroddels , werden er flauwe grappen uitgehaald met de baas, en wie weet zongen ze liederen om wakker te blijven, en ontstond zo een heus viswijvenkoortje. Ja je moet toch wat om tussen die dooie vis de stemming er in te houden.

Verder zuidwaarts gaan we. Als we in de buurt komen van Begur begint het te regenen en gaan we op zoek naar een plaats om te overnachten. Het is inmiddels pikkedonker en vooral op dit soort momenten zijn we heel blij met de app park4night. Die stuurt ons via een lange kronkelige weg omhoog tot we eindigen bij een kleine parkeerplaats boven aan een klif.

De volgende ochtend worden we wakker onder een strakblauwe hemel aan een goudkust in de buurt van het dorp Tamariu. Vlak onder ons loopt een wandelpad langs villa’s met voor ieder een in de rotsen uitgehouwen trappetje dat leidt naar een terras aan het water. In de tuinen zijn werklieden aan het snoeien nu de eigenaren voor het winterseizoen vertrokken zijn. We lopen langs okerkleurige rotspartijen met door de wind scheefgegroeide dennen, heel veel prachtige vetplanten, knotsen van agaves  en struiken die vol zitten met oranje en rode bessen. Grote zwermen duiven hangen aan de rotsen en fladderen vrolijk op dronken van het bessensap. 

Wij gaan jubelend van zoveel moois langs rotsen en door dennenbos en vinden een droom van een baai waar ik snel uit de kleren ga en met mijn blote billen in de ijskoude zee, toch even een soort Blue Lagoon fantasie heb. Dit is nu zo’n plekje dat je het liefst geheim wilt houden maar vooruit als je belooft het niet verder te vertellen, het heet Aigua Xelida. In 1925  toen je je nog een weg moest kappen om er te kunnen komen, woonde er een oude analfabete visser in zijn uppie, die hier met zijn bootje en een paar vislijntjes zielsgelukkig was. Deze oude baas staat voor de mensen uit de streek symbool voor een gedroomd leven in vrijheid, als ik de schrijver Josep Pla mag geloven die over hem schreef in Un viatge frustrat (‘a frustrated journey’).

TRANSLATE