Blog

Met het pontje

Terwijl de rest van Spanje al zucht onder een hittegolf speelt aan de golf van Biskaje de zon verstoppertje achter een dik wolkendek. Maar dan bereikt de hitte ook de Baskische kust en schiet de temperatuur omhoog naar 36 graden. Wij parkeren de HY strategisch op het hoogste punt van een lange hellende kustweg naar het strand van Gorliz, onder acaciabomen, waar we ieder zuchtje wind vangen.

‘S Ochtends vroeg zien we de eerste schoolklassen arriveren en al heel snel wordt het steeds drukker, iedereen zoekt verkoeling in de zee of onder een parasol. Aan het einde van de dag laten ook wij ons sissend in zee zakken.

Nu de hitte er nog nazindert rijden we Bilbao voorbij, en stoppen we pas in Pedrera, een dorp aan de overkant van de baai van Santander. Een plankieren pad leidt ons langs het wad waar verweesde bootjes wortel schieten. Een verlaten visfabriek, zielloze huizen, gesloten visrestaurants in de hoofdstraat, Pedrera heeft betere tijden gekend. Maar het zicht op de zonsondergang op de baai is er fantastisch.

Wij nemen ‘ s ochtends het pontje naar de overkant en zien al snel de statige huizen van Santander naderen. Het moderne glazen gebouw op pootjes, Centro Botin, neergezet door Renzo Piano, is een museum voor moderne kunst. Het is een kadootje van de familie Botin, eigenaar van de bank Santander. Vanaf de bovenste verdieping heb je een prachtig uitzicht op de stad en de baai. Wij zien er een tentoonstelling van foto’s en filmbeelden van een Amerikaans moeras en zijn bewoners (na de bouw van een gigantische brug) indigo-blauw geprint op enorme linnen doeken en plastic banieren in een donkere ruimte, waardoor we ons “onder water”  toch even in het moeras bevinden .  ( Ellen Gallagher en Edgar Cleijne).

Santander is niet meer dan een mooie façade. Achter de lange boulevard zijn de lanen met mondaine villa’s grotendeels verdwenen. Zwart wit foto’s in  het centrum laten zien hoe Santander er voor en na de grote brand in 1941 uitzag. De vuurzee die drie dagen lang in de binnenstad woedde, verzwolg de huizen met houten constructies van wel 37 straten. Tienduizend inwoners werden dakloos. De oude overdekte markthal staat er nog. Wij treffen er een oude baas op een barkruk die kennelijk zijn vrouw is ontvlucht. Zij staat heftig gebarend tegen hem te schreeuwen dat ze hem overal heeft gezocht en het is overduidelijk, er zit voor hem weinig anders op dan haar te volgen naar huis.

We zien aankondigingen van een Van Gogh expositie en doorkruisen de hele stad op zoek naar onze nationale trots. Het wordt een bijzondere ervaring waarbij we hangend op een zitzak ondergedompeld worden in de zinderende kleuren van zijn schilderijen die om ons heen tot leven komen. De olielamp bungelt boven de aardappeleters, zijn slaapkamer komt voorbij, de koets rijdt over het ophaalbruggetje in Arles en we kunnen zo in het café aanschuiven voor een glaasje absinth. We ontmoeten de postbode, de cafe- uitbaatster en andere oude bekenden.We zitten even in zijn hoofd, raken verward,  zien alles rondtollen in halucinante beelden, toen hij moest worden opgenomen, en genieten van zijn weergaloze sterrenhemel en heel veel zonnebloemen.

TRANSLATE