Blog

Met de billen bloot

Noordwaarts gaan we, eerst naar het langste en winderigste strand van Lanzarote, Playa de Famara. Het is het mekka van surfers die ver achter de branding wachten op de ideale golf. Eerst paddelend om snelheid te maken en dan in slechts een enkel moment van liggen naar staan op het wankele board. Om daarna met de juiste timing, en een krachtig en flexibel lijf, voor even, samen te vallen met de golf en deel te worden van de oceaan.

Het lijkt mij al fantastisch om liggend op een bodyboard, surfend op een golf het strand te bereiken. Maar mijn ontzag voor de hoge golven en angst voor de onderstroom in de oceaan, houden mij vooralsnog op het land.

We zetten de Kar ver voorbij het dorp onder de hoge kliffen van Risco de Famara. Overal zijn halfsteens muurtjes gebouwd in het kiezelveld langs het strand en beschut tegen de wind, als twee niet meer zo sprieterige wijnstokken, genieten we van een zacht zonnetje en een verfrissend briesje op onze blote billen.

Vanuit onze riante kuil zie ik een smal pad omhoog lopen tegen de kliffen naar de uiterste punt waar het de bocht omgaat en een ongetwijfeld spectaculair uitzicht belooft. Maar we zijn lui vandaag, even niet klimmen.

We wandelen over het lange strand, struinen door hopen rood zeewier dat zo lekker ziltig ruikt, en trakteren onszelf op een vissige lunch in het dorp.

De zonsondergangen zijn er beslist indrukwekkend, opwaaiend saharazand verstrooit het zonlicht, schildert de hemel met losse penseelstreken oranje en dieprood en zet de kliffen achter ons in brand. Het valt niet mee om deze prachtige plek te verlaten en toch pakken we ons boeltje op om het uiterste noorden te bezoeken.

Bij Orzola vinden we een aloë vera kwekerij, de groene duizendpoten die ontstekingsremmend, antiseptisch en pijnstillend  zouden zijn maar vooral gebruikt worden als een natuurlijke anti- rimpelcreme en bij jeuk.  Er wordt zelfs geëxperimenteerd met een combinatie van aloë vera en de druivenpitolie van de malvasia, allemaal om de huid te beschermen, op een eiland met zoveel zonuren, geen overbodige luxe.

Bij Mala zien we velden vol vijgencactussen waarop cochenille wordt gekweekt. Dat zijn die donzig witte luizige beestjes , die vermalen tot felrood poeder, lippenstift en kleding rood kleuren. Het is een bewerkelijk proces waarbij een zak met moederluizen over een cactusblad wordt gebonden, zodat ze daarop hun eitjes leggen. Na drie maanden geven de luizenbaby’s het blad zijn poederige laag. De luizenbaby’s heten nimfen, een poëtische naam voor de schildluisjes die uiteindelijk met een lepel van het blad worden geschraapt en in water verdronken. Daarna worden ze gedroogd en vermalen, tja leuker wordt het niet voor ze, daar is weinig poëtisch aan.

Ook gaan we natuurlijk naar het bekende uitzichtpunt  Mirador del Rio, met op een hoogte van 466 meter een wijds uitzicht op het eiland Graciosa en nog een paar onbewoonde eilandjes erachter, de zoutvlakten in de diepte en de oceaan. Vroeger was dit een artilleriebasis en een strategische observatiepost, maar Cesar Manrique maakte er een panorama-restaurant van waar alles een ovale of ronde vorm heeft.  Het is prachtig in zijn eenvoud met hangende metalen sculpturen, witte muren, donker vulkaangesteente en massief hout. Aanvankelijk waren we van plan om de klif af te dalen en in de richting van de zoutvlakten te lopen die spectaculair roze, oranje en mintgroen zijn, maar eerlijk is eerlijk, zagen we nogal op tegen de steile klim op de terugweg en zeggen we tegen elkaar: “we moeten toch iets bewaren voor een volgende keer”. Hmmmm, staan we toch mooi in onze blote kont, met onze stoere voornemens.

We hebben zeker niet alles van het eiland gezien, maar prachtig Lanzarote voelt inmiddels vertrouwd, het is een eiland om nog eens terug te keren.

Maar nu is het tijd voor verandering, dus rijden we richting Playa Blanca, voor de veerboot naar Fuerteventura. Voordat we Lanzarote achter ons laten bivakkeren we nog een aantal dagen bij  de Playas de Papegayo, waar we gezellige avonden doorbrengen met Nicolai en Sarah uit Italië.

TRANSLATE