Blog

Koloniale schoonheid

Toen de eerste Portugese kolonisten in de 16e eeuw in Brazilië arriveerden moesten ze bedenken hoe ze hun huizen, forten en kerken konden bouwen zonder bouwmateriaal als bakstenen, cement en dakpannen. Ze hadden ook niet genoeg bekwame timmerlui meegenomen dus moesten een beetje improviseren. 

Hout was er in overvloed. Dus bedachten ze een eenvoudige houten struktuur voor de muren die ze vulden met een mix van klei, paardenhaar, plantenvezels, ossenbloed en mest. Deze pasta werd eerst in een vijzel gestampt totdat het compact genoeg was en moest daarna drie dagen drogen voor de volgende laag erop kon. De dakpannen werden gemaakt van klei, gevormd op de dij van een Afrikaanse tot slaaf gemaakte vrouw.

Toen de goudkoorts in de tweede helft van de 17e eeuw uitbrak in het middenwesten van Brazilie, kwam een ware volksverhuizing van koloniale gelukszoekers op gang. Eenderde van de ongeveer twee miljoen Afrikaanse slaven die voorheen werden afgebeuld op de suikerrietplantages langs de kust, werden hierheen gebracht om in de mijnen te gaan werken. Lange werkdagen in barbaarse omstandigheden, nooit een dag rust, zonder uitzicht op een toekomst in vrijheid, hulpeloos en hopeloos.

In Goias een koloniaal stadje, rijk geworden door goud, zijn de huizen ook van kleimengsel gemaakt, later zijn ze gerenoveerd met modernere bouwmaterialen en baksteen. De vormen, kleuren en bouwtechnieken zijn echter niet zoveel veranderd. De huizen hebben altijd grote pannendaken gemaakt van rode klei die gedeeltelijk over de muren hangen. 

Alle muren zijn, aan de buitenkant,  wit geverfd, de felle kleuren worden alleen gebruikt voor de raam - en deurkozijnen. De deur en de ramen openen altijd direct aan de straatkant, binnen zijn er kleine patio’s om de privacy van de familie te beschermen.

De deur - en raamkozijnen hebben aan de bovenkant soms een elegant boogje, maar dat is dan ook de enige frivole decoratie. Al hun creativiteit, bouwkunst en verfijning  gebruikten ze voor de kerken en de kloosters. Religieuze ordes zoals de Jesuiten, de Franciscanen en de Benedictijnen brachten vanuit Europa de laatste artistieke trends zoals de barok en de rococo met zich mee. Maar die Europese invloeden vind je vooral terug aan de kust. De kerken in Goias zijn van buiten en binnen opvallend eenvoudig.

Toen de goudaders na verloop van decennia opdroogden, liep het inwonertal flink terug. De nieuwe bewoners hebben zich vooral gericht op veeteelt en het toerisme, het stadje staat immers op de lijst van cultureel erfgoed van Unesco. De groene heuvels en dalen in de omgeving, nog dik begroeid met cerrado, een op rode rotsgrond groeiend savannelandschap met droge bossen, struikgewas, grasland met het en der verdwaalde bomen en palmen, zijn  een feest om doorheen te rijden. 

TRANSLATE