Blog

Gluren bij de buren

Aan het einde van de middag arriveren we bij de Barranco de Guayadeque, een diepe kloof  met steile rotsen en kliffen die van het binnenland naar het oosten loopt en opent naar de oceaan. Hij is 20 kilometer lang, je kunt tot 10 kilometer de kloof inrijden, daarna moet je te voet verder. Aan het begin van de kloof bezoeken we een museum dat vertelt over de oorspronkelijke bewoners, de Guanchen. Hun cultuur ontwikkelde zich over een periode van duizenden jaren, lang voor de komst van de Europese ontdekkingsreizigers, en duurde tot de Spanjaarden in de 15e eeuw het eiland koloniseerden. We gaan terug naar de steentijd, ongeveer 1000 jaar voor Chr. toen de Guanchen al in deze kloof in grotten leefden. De grotten zijn ontstaan uit gasbellen die opgesloten zaten in lavastromen. Door erosie versteenden ze en creeërden gaten in de rotsen. Als we door de kloof rijden zien we heel veel grotten, sommigen op tientallen meters hoogte. De Guanchen kozen voor de grotten omdat ze bescherming boden tegen de extreme weersomstandigheden. Bovendien, de grotten waren er al, een ander soort onderdak creëren was waarschijnlijk op dit rotsachtige eiland veel lastiger. Hier en daar hebben ze met scherpe stenen hun leefruimte nog wat vergroot, maar met gestapelde stenen voor het gat van de grot zaten ze er warm, hoog en droog op veilige afstand van indringers. Naburige grotten werden een opslag voor het graan dat ze op de flanken van de kloof verbouwden en een plek voor hun vee.  Ze hakten zelfs tunnels naar grotten waar ze elkaar ontmoetten. Als je omhoog kijkt, moeten het dappere en creatieve mensen zijn geweest want ze moesten echt heel hoog klimmen om hun huis te bereiken en gebruikten naast de richels en natuurlijke grepen in de rots, zelfgemaakte touwen en ladders.

De beschikbaarheid van water is essentieel om je te kunnen vestigen, in de kloof stroomt een rivier en als die in bepaalde seizoenen droog staat, zijn er nog 60 bronnen die ervoor zorgen dat de bedding van de kloof het hele jaar door groen is. Rijd je een stukje met ons mee? Het late strijklicht zet de toppen van de kloof in een warme gloed.

Aan het einde van de 19e eeuw ontdekten archeologen dat de Guanchen zich niet alleen goed konden aanpassen aan hun ruige omgeving maar ook een speciale manier hadden om hun doden te begraven. Zij plaatsten de overledenen vaak in een gehurkte positie en wikkelde ze dan in dierenhuiden en/of matten van plantaardige materialen. De mummies werden vervolgens in grafkamers of grotten gezet, meerderen bij elkaar, soms met persoonlijke bezittingen en voedsel als gift, waarna de grot met stenen werd afgesloten. In de kloof zijn heel veel mummies gevonden,  de meesten stonden rechtop maar sommigen lagen op planken van dennenhout. Zij waren bedekt met huiden in verschillende kleuren, die strak om hen heen waren genaaid.  Het haar en de baarden van de mannen  waren goed geconserveerd en het haar van de vrouwen was ingevlochten met gekleurd riet. De mummie die hier in het museum word bewaard ziet er beslist indrukwekkend uit.

Tijdens de Spaanse kolonisatie werden de Guanchen verdreven en vestigden zich inwoners van het vasteland van Spanje en andere Europese landen in het gebied, die hun eigen culturele en sociale tradities mee naar de regio namen. Net als de oorspronkelijke inwoners leefden zij vooral van landbouw, veeteelt en visserij. Ze verbouwden gerst en tarwe en hielden vee, zoals geiten, schapen, varkens, kippen en ezels. Zij kozen echter niet voor de hoge grotten maar zochten een grot uit die wat gemakkelijker te bereiken was. Ook maakten zij  gebruik van lokale materialen zoals de vezels van agaveplanten voor het maken van touw, kleding, manden, matten en lijkwaden.

Nog steeds wonen er mensen in de grotten al is de populatie aanzienlijk gekrompen. Woonden er in 1970 nog 450 mensen, in 1990 waren het er nog 172 en ik schat nu dat het er nog slechts tientallen zijn. Inmiddels is er stromend water en electriciteit, maar de indeling van de grotten is  niet heel erg veranderd. Een heel enkele keer zie ik wel ramen die zijn uitgehakt met luiken ervoor maar ook met een keurige voordeur en postbus zijn het nog steeds grotten  We bezoeken twee kleine grot-gemeentes, die zo vrees ik vaak grote groepen toeristen op bezoek krijgen. Ook wij hebben soms het ongemakkelijke gevoel te gluren bij de buren, al zijn de meeste huizen afgesloten en zie je behalve in de lokale grot-bar, en het grot-restaurant, geen mens buiten. Als je wilt kun je nu een poosje logeren in een van de grotten, een nieuwe inkomstenbron voor de bewoners nu traditionele activiteiten zoals akkerbouw en het houden van vee steeds meer verdwijnen. De kloof is een ongelooflijk mooie plek, maar wonen in een grot is toch niet echt iets voor ons, dus starten wij de motor van ons kleine huis op wielen en rijden een nieuw avontuur tegemoet.

TRANSLATE