Blog

En wat namen zij mee?

Zodra we de kust verlaten hebben rijden we een stenige vlakte in op weg naar Guelmim, vroeger een belangrijke handelsstad, die “de poort van de woestijn” werd genoemd. Vanaf de 16e eeuw vervoerden trans- saharakaravanen  zout, goud en tot slaaf gemaakte mensen van West Afrika naar de Noord Afrikaanse- en Mediterane markten. Omgekeerd leverde Noord Afrika stoffen, wapens en paarden aan West Afrikaanse koninkrijken zoals Mali en het oude Ghana. Handelaren reisden weken – soms maandenlang in karavanen met honderden kamelen door extreme hitte en zandstormen naar Guelmim waar de Touareg – de “ blauwe mannen” – een sleutelrol speelden als gidsen en tussenpersonen. Guelmim had ook een jaarlijkse kamelenmarkt die belangrijk was voor de trans Sahara handel.

Vanaf de 19e eeuw werd de hobbelende handel via de woestijn door koloniale inmenging verstoord. Europese schepen voeren naar de West Afrikaanse kust met vuurwapens, buskruit, ijzer, textiel en alcohol. In Afrika werden deze goederen geruild voor tot slaaf gemaakte mensen die vervolgens onder erbarmelijke omstandigheden naar Amerika werden vervoerd.

 

Wij verlaten Guelmim en reizen nog iets verder tot de oase van Tighmert, waar in een caravansérai, we ons verdiepen in de nomadencultuur. Een caravansérai is een herberg langs oude handelsroutes waar reizende handelaren met hun karavaan bescherming, onderdak, voedsel en water vonden. Het gebouw heeft stevige muren, prachtige oude deuren, een heleboel vertrekken en een centrale binnenplaats voor het laden en lossen en het verzorgen van de kamelen. Nu is het een museum gevuld met voorwerpen die vroeger werden gebruikt door nomaden die met hun kuddes kamelen en geiten op zoek gingen naar gras en water.
En wat namen zij mee?  Potten en pannen, manden, kruiken en een houten kist met het theeservies voor onderweg. Grote en kleinere leren zakken werden voor heel veel dingen gebruikt. Hangend aan een houten rek was het een soort koelkast voor het water. Kleinere rijk versierde leren zakken waren eerst de verpakking voor het huwelijkskado maar werden later gevuld en gebruikt als kussens. De allergrootste zakken werden aan weerskanten van het  houten zadel aan de kameel gehangen met daarin de traditionele gewaden, het kookgerei, de watercontainers en opslagmanden voor voedsel en persoonlijke bezittingen.
Bovenop de zadels lagen de tenten gemaakt van geiten of kamelenhuiden die met behulp van stokken eenvoudig konden worden opgezet en afgebroken. Die grote houten “knijpers” zijn een soort spanners waarmee de touwen strak werden getrokken. En zie je die gehaakte ruwe ronde netten van palmtouw? Dat waren een soort beha’s voor de kamelen, om te voorkomen dat een jong de hele dag melk dronk bij de moeder.
Ik zie heel veel zadels, voor iedere bult een ander, en her en der verloren schoenen. Ook het weefgetouw ging mee, een flexibel exemplaar dat gemakkelijk kon worden opgerold.
Abdou die in de afgelopen 40 jaar deze collectie heeft verzameld zit vol verhalen en schenkt ons glaasjes thee. Hij probeert me te verleiden om ook in de oase te komen wonen waar veel mensen die hij kent ouder worden dan 100 jaar. Maar hoe ontspannen het ook lijkt, eindeloos theetjes drinken in de Sahara, een zomerse temperatuur van soms 50 graden is voor mij genoeg om dat plan te laten varen.
TRANSLATE