Dromen van Tanger
- On 4 jan, 2025
- By Michelle

We zijn weer onderweg en wonen voor even in de wijk Marjane, een half uurtje lopen van de oude stad Tanger. Na een stijf klimmetje rijden we de camping op en vinden een plek met uitzicht op een groene heuvel waar welgestelden hun villa laten bouwen. Het is 31 december en we gaan het nieuwe jaar starten in Marokko waar we 30 jaar geleden, in de ban van “the sheltering sky”, geschreven door Paul Bowles en verfilmd door Bertolucci ( 1990), op zoek gingen naar de “the Tangerine dream”.
In 1923, Marokko is gekoloniseerd en verdeeld tussen Spanje en Frankrijk, wordt Tanger aangewezen als neutraal gebied. De stad is een vrijhandelszone en een belastingparadijs waar van alles en nog veel meer gebeurt dat het daglicht niet kan verdragen. Tanger wordt een eldorado voor louche types, smokkelaars en spionnen en een magneet voor avonturiers, excentriekelingen, kunstenaars, beatniks, rocksterren en schrijvers. Schilders als Delacroix en Matisse worden betoverd door het intense licht dat weerkaatst op de witte exotische stad. Schrijvers vinden er al kif rokend het decor voor hun verhalen en leven als in een oriëntaalse droom. Als in 1956 Marokko onafhankelijk wordt en Tanger wordt schoon-geveegd, is het uit met de hedonistische pret. Vele Europeanen pakken hun koffers en vertrekken.
Inmiddels zijn we ruim 75 jaar verder en hebben de politici in Rabat bedacht dat Tanger een internationaal financieel centrum wordt met banken en beurzen. Ook de toeristenindustrie heeft met luxe appartementencomplexen, een gloednieuwe haven en een indrukwekkende boulevard met palmbomen, een extra impuls gekregen.




Om 5 uur ‘s ochtends schalt de stem van de imam over de platte daken en janken honden een deuntje mee. ‘s Ochtends lijkt de stad langzaam te ontwaken en verdwalen we onherroepelijk in het labyrint van stille smalle steegjes die soms niet meer zijn dan een gang met aan weerskanten een aantal deuren. Voortdurend moet je kiezen, links- of rechtsaf, een trap op, een trap af, onder overkappingen door, omhoog kijkend naar dakterrassen, een stukje lucht of de minaret van een moskee. Vrouwen bezemen het stof uit hun huisjes, kletsen bij met de buurvrouw of zijn op weg naar de souk. Muzelmannen in djellaba, zo’n lange jurk met puntmuts maken van iedere steeg een iconisch plaatje. Alles gaat zo zijn dagelijkse gangetje, wij worden regelmatig welkom geheten maar verder met rust gelaten. We zijn verrast door de sfeer die nog voelt als die we ons herinneren van 30 jaar geleden. Het is gemoedelijker, maar misschien heeft dat te maken met het winterseizoen. Tanger is in alle opzichten gegroeid naar een moderne stad, verkruimelende villa’s zijn gerestaureerd, buitenlanders hebben een deel van de Kasba opgekocht en er wordt nog flink gebouwd. We bezoeken indrukwekkende paleizen en musea en genieten van onze eerste tajines en glazen muntthee. Aan het einde van de dag, verlaten we de stadspoort van de Kasba en volgen we de oude muur waar bewoners genieten van een “ berber whisky” met prachtig uitzicht op de Straat van Gibraltar.





Op nieuwjaarsdag, na een rustig oudjaar zonder vuurwerk, maken we een wandeling langs de kust van Marjane en ontdekken we waar de Tangerines hun visjes vangen. Het wordt een spannende klim en klauterpartij over en tussen grote rotsblokken, glibberend over zeewier. We maken praatjes met vissende families en genieten van het licht, de azuurblauwe zee, het felgroene wier en de baai die oker gloeit in de zon.
Tanger is niet langer de weemoedige droom uit het verleden, maar de wakkere witte stad heeft voor ons zeker zijn magie behouden. Magie is niet iets dat rationeel te verklaren is, meer een gevoel van je op je gemak voelen in een cultuur, een omgeving die in heel veel opzichten fascinerend anders is. Wij blijven er dagenlang ronddwalen en keren er graag nog eens terug.

