Blog

Aan het einde van de wereld

Nu het (nog) niet zo hard waait besluiten we de oversteek te maken naar Cofete op het schiereiland Jandia in het uiterste zuiden van Fuerteventura. Het wordt onze favoriete plek op het eiland: het is er ruig, uitgestrekt, afgelegen en onbedorven omdat het deel is van een Nationaal Park. Na de haven van Morro Jable waar de veerboot naar Gran Canaria vertrekt, leidt een onverharde weg in de richting van een vuurtoren. Maar halverwege buigt de piste af en slingert dwars door “Gran Valle” langs diepe kloven met kriskras de smalle lijnen van muilezelpaden. Trossen hoge kandelaars-wolfsmelk vermommen zich als cactus. Hun melkachtig sap is giftig, zelfs de geiten knabbelen er niet aan. De weg is lang en hobbelig maar met prachtige weidse vergezichten. Als we het gehucht Cofete naderen voelt het ook echt als de laatste buitenpost aan het einde van de wereld. Rijd je een stukje met ons mee?

We staan er op de parkeerplaats naast het eindeloos lange zandstrand van Cofete dat kilometers verderop overgaat in het strand van Barlovento. Door de wilde zware golven is zwemmen er levensgevaarlijk. Langs de hele kust rijzen de grillige bergen van het Jandiamassief haast loodrecht omhoog, eronder is het strand stoppelig met zwarte stenen en hier en daar wat struikgewas voordat het overgaat in fijn goudgeel zand.

’s Nachts begint het te stormen. Windvlagen die beslist niet onderdoen voor die in Patagonië schudden de kar hevig heen en weer, we doen nauwelijks een oog dicht. Ook de volgende dag waait het zo hard dat leunend tegen de wind je blote ledematen gezandstraald worden. Prachtig woest weer voor een lange wandeling naar een vlak rotseilandje verderop.

Voetstappen in het zand verdwijnen terwijl je er naar kijkt en als je in het zand gaat zitten en de golven op je af ziet en hoort komen, is het alsof je door de oceaan wordt verzwolgen. Het duurt niet lang voordat richels van opgehoopt zand nieuwe lijnen tekenen in de zandwoestijn.

Het eilandje  blijkt via een zandbank te bereiken en bovenop de geërodeerde rotsblokken kun je goed zien hoe de golven aan komen rollen en hun witte krullen door de harde wind verstuiven tot een glinsterende zeemist. Het water dendert, raast en sist en creëert diepe spleten en poelen in de rotsen. Heel even lijkt het rustiger, alsof de oceaan haar adem inhoudt, dan zwelt het geraas dreigend aan en knalt er weer een waterbom tegen de rotsen. Ook hoog en droog bovenop de rotsblokken voelt de kracht van de natuur hier overweldigend. Een “zoektocht” naar het gevoel van verwondering en ontzag is wat mij laat reizen naar de uithoeken van de wereld. Vinden kun je het overal, in  grootse onbedorven landschappen zoals hier bij Cofete maar ook in het kleine, thuis om de hoek.

Na een aantal dagen en nachten in deze vlagerige zandstorm rijden we een stuk terug over de piste naar de splitsing waar de weg aftakt naar het plaatsje El Puertito in de richting van de vuurtoren. Het is een gehucht waar men een constante strijd voert tegen het zand, een strijd die velen hebben opgegeven. Nog een paar families houden dapper vol en beheren de restaurantjes die verwaaide reizigers naar binnen lokken. Alles is hier door de wind gegeseld, verveloos en hangt gammel in roestige scharnieren. Hoewel het verboden is wordt er nog wel met hengels vanaf de rotsen gevist, iets anders staat er niet op het menu, een buurtwinkeltje ontbreekt. We maken een wandelingetje door het dorp dat helemaal verlaten is, een paar poezen en wat krakkemikkige stoelen doen vermoeden dat iemand zich toch achter de verweerde luiken schuilhoudt. Aan de rand van het dorp staat een kampement van heel veel oude caravans, maar ook hier is niemand thuis. We besluiten nog wat verder te rijden en parkeren boven een verlaten zandstrandje met een fantastisch uitzicht op de kliffen en baaien langs deze wilde kust. De lucht is eerst nog nevelig van al het opgewaaide zand maar als dan de wind gaat liggen is alweer een paradijsje gevonden.

TRANSLATE