Blog

Missiones

We zijn in de regio Missiones in Argentinië, genoemd naar de missieposten die de Jezuïten vanaf het begin van de 17e eeuw in deze regio bouwden. We zijn helemaal in de ban van deze grotendeels door de jungle opgegeten ruïnes. Iedere ruïne vertelt zijn verhaal aan de hand van fragmenten die bij het wegkappen van delen van de jungle tevoorschijn kwamen. Met behulp van gidsen die soms een beetje engels spreken proberen we beetje bij beetje het onwaarschijnlijke verhaal van deze missionarissen te achterhalen. Als het verhaal je intrigeert, kun je via youtube de film ‘the Mission’ downloaden, een ontroerende film (prachtige muziek) met een nog jonge Robert De Niro en Jeremy Irons.

Toen de jezuïeten in het begin van de 17e eeuw hun geloof wilden verspreiden aan de andere kant van de oceaan, waren veel broeders van andere ordes hen al voorgegaan. Veel plaatsen in het Spaanse rijk waren dus al vergeven. In overleg met de Spaanse koning mochten de Jezuïeten zich gaan vestigen in het gebied dat nu de regio Missiones is, vlakbij de watervallen van Iguazu. Een win-win situatie want eenmaal bijeengebracht in ‘missiones’, konden de Spaanse overheersers veel meer controle uitoefenen op al die inheemsen die tot die tijd door de jungle struinden. Ook zouden de Jezuïeten daar op de grens met de Portugezen, het land kunnen ontwikkelen en mogelijk landjepik  door de buren kunnen voorkomen.

Vanuit Encarnacion (nu Paraguay) waar de Spanjaarden al contacten hadden gelegd met de inheemse bevolking, overwegend Guarani, konden de Jezuïtische priesters de eerste beginselen van de Guarani-taal leren en vervolgens op zoek gaan naar een geschikte plek om een missiepost te bouwen. Zich een weg kappend door de jungle, zijn veel van deze idealistische mannen gesneuveld, de Guarani waren namelijk niet direct gecharmeerd van deze witte mannen. Met veel doorzettingsvermogen, hun muziek en een diep geloof in een gezegende afloop, is het de mannen toch gelukt het vertrouwen van een groot deel van de inheemse bevolking te winnen. Bij Iguazu, vlakbij de grens met de Portugezen, zouden zij de Guarani kunnen beschermen tegen vijandelijke stammen en tegen ‘bandeirantes’, Portugese bandietenbendes op jacht naar slaven. Tenminste dat was de bedoeling. 

In 1609 werd de eerste missiones gesticht, een klein dorp met een vaste structuur, later volgden er nog 29. Gebouwd langs de oevers van de Rio Paraña en aan weerskanten van de Rio Uruguay beslaan deze 30 dorpen nu een gebied dat een deel van Paraguay, Argentinië en Brazilië bestrijkt. 

De Guarani hadden al een rijke cultuur, zij hadden hun eigen taal en religieuze rites, hun gewoonten en rechtssysteem. Zij verbouwden al katoen om netten mee te maken, bakten keramiek en waren muzikaal en kunstzinnig. De jungle was hun thuis, zij wisten welk hout ze het beste konden gebruiken en kenden de werking van geneeskrachtige planten. De Jezuïeten brachten niet alleen het evangelie en hun barokke muziekinstrumenten mee, maar ook ijzer gereedschap en nieuwe technieken, waarmee steen en hout kon worden bewerkt. 

Hoewel niet iedere Guarani zich aansloot, waren de Jezuitische missieposten een groot succes, op het hoogtepunt van deze 30 goed georganiseerde Jezuïtische dorpen, woonden en werkten er ruim 140.000 Guarani. Een deel van het succes lag waarschijnlijk bij de bescheiden aanpak van de Jezuïtische priesters die vooral veel ruimte gaven aan de Guarani om hun eigen taal en cultuur te behouden naast de nieuwe gebruiken die het evangelie met zich meebracht, zoals het doopsel, de communie, de kerkdiensten en de religieuze feesten en processies. Naast het Guarani werd latijn de tweede taal. Middenin de jungle, verlicht door kaarsen van koeienvet, kon je destijds een koor van Guarani het Avé Maria horen zingen. Dat idee alleen al bezorgt denk ik zelfs overtuigde atheïsten het kippenvel op de armen.

Maar hoe vreedzaam de priesters en de Guarani ook met elkaar samenwerkten, toch kon dit geluk niet eeuwig duren. Het Portugese gevaar lag voortdurend op de loer en voor de bandieten waren de missieposten eigenlijk een uitkomst. Waar vond je immers zo’n groot potentieel aan slaven bijeengebracht op een overzichtelijk terrein?  Dat ging dus helemaal mis. Bandieten vielen de Missiones binnen en tegen hun wapentuig konden de priesters en de Guarani met hun katapulten en pijlen niks beginnen. 60.000 Guarani werden meegenomen, op een heel lange voettocht van duizenden kilometers door de jungle naar Sao Paulo, een tocht die zeker de helft van de Guarani niet overleefden. 

Het bleek voor de Jezuïten zo dichtbij de grens van de Portugezen onmogelijk om de Guarani te beschermen, daarom zochten de Jezuïten de bescherming van de Spanjaarden, een stuk zuidelijker, aan beide oevers van de Rio Uruguay en namen de overgebleven Guarani met zich mee. Nieuwe missiones werden gebouwd en dit keer kregen de Guarani van de Spaanse koning toestemming om zich met wapens te beschermen tegen nieuwe invallen. In een historische veldslag in 1641 meen ik, is het ze gelukt om 3000 Portugezen van zich af te slaan en vroegtijdig het hiernamaals in te jagen. 

Afgezien van de slavenjagers hadden de Jezuïeten nog meer vijanden die hen bij de Spaanse overheersers in diskrediet probeerden te brengen. Zoals de  Spaanse pioniers die voordat de Jezuïeten kwamen de Guarani’s gebruikten als zeer goedkope arbeidskrachten. Maar ook de Portugese buren die afgunstig keken naar hun vruchtbare grond waar ze mate (de cafeïnerijke thee waarmee iedere Zuid Amerikaan zichzelf op de been houdt), katoen, en voedsel voor de gehele gemeenschap op verbouwden. 

De missiones hadden op den duur een goed getraind leger van Guarani’s, rondom iedere missiones lag zo’n 80 hectare vruchtbaar gebied, ze dreven een bloeiende handel  (vlees, katoen en mate) met andere steden, ze hadden zelfs een eigen drukpers (de eerste in Amerika) , en ze waren volledig zelfvoorzienend. Dat werd zelfs de Spaanse koning een beetje te gortig. Toen in Europa de spanningen opliepen tussen Spanje, Portugal en Frankrijk en de machthebbers onderling de boel probeerden te sussen door in de regio Missiones het land opnieuw te verdelen, werden de jezuïeten in 1867 door de Spaanse koning per decreet gesommeerd om terug te keren naar Europa. Zij waren in Zuid Amerika niet langer welkom, maar ook in Spanje, Portugal en Frankrijk bleven deuren gesloten, waardoor velen hun heil zochten in Polen. Dit moet het geloof van deze gedesillusioneerde Jezuïten toch zwaar op de  proef hebben gesteld!

Aan een periode van bijna 170 jaar  succesvolle humanitaire beschaving kwam plotseling een einde. De Guarani’s van sommige missiones moesten vertrekken want hun dorp en hun land zou voortaan aan de Portugezen toebehoren, die vooral geïnteresseerd waren in de mate-plantages. Een ramp natuurlijk voor al die mensen die met bloed, zweet en tranen, soms wel tot drie keer toe opnieuw de missiones hadden moeten opbouwen, nadat Portugese bandieten de boel weer in de brand hadden gestoken. De Jezuïten werden vervangen door broeders van andere ordes, die de taal niet spraken en geen idee hadden hoe het daar reilde en zeilde. En de missiones werden voortaan bestuurd door vazallen uit Buenos Aires. 

Hoe het afliep: toen de Jezuïeten alweer 50 jaar waren verdwenen, en de overgebleven Missiones nogmaals onder vuur kwamen te liggen, nu zowel vanaf Paraguaanse als de Portugese (Braziliaanse) kant, gaven de Guarani’s zich uiteindelijk gewonnen en mengden zij zich met de bevolking van steden in de Spaanse regio. In deze periode rond 1920 riepen landen als Paraguay, Brazilië en Argentinië zichzelf uit als onafhankelijke staat. Paraguay claimde een flink deel van de regio en om er zeker van te zijn dat mensen vertrokken staken ze de missiones in brand. Lange tijd lagen de resten van deze beschaving er verlaten bij, waardoor de jungle er bezit van nam en alles verdween onder gigantische boomwortels, gebladerte en mossen. Nog weer een oorlog later moest Paraguay een deel van dit gebied teruggeven aan Argentinië.

Rond 1930 werden de ruïnes ontdekt door een fotograaf en inmiddels is een deel van deze beschaving  weer opgegraven, gerestaureerd en door Unesco erkend als werelderfgoed. Wij zien prachtige missiones, sommigen nog middenin de jungle waar de beheerders slechts een aantal paden kunnen vrijhouden en het bos oprukt, waar heel veel spinnen hangen en ik niet wil weten wat er door het hoge gras glijdt. Van een van de missiones wordt het kerkhof nog gebruikt en er wordt eens per jaar een mis gehouden tussen de ruïnes, geweldig toch? In San Ignacio Mini, de best bewaarde missiones in Argentinië zijn nog veel prachtige decoraties uitgebeiteld in het zachte steen bewaard gebleven. Engelen, slangen, maar ook zeemeerminnen, vast een grapje van de Italiaanse Jezuïtische architect Brasenelli, ( de zeemeermin duikt vaak op op de nog veel oudere Etruskische kerkjes in Italië). Ook in Paraguay moet nog veel moois te ontdekken zijn, dus daar gaat de volgende ontdekkingstocht naar toe.

TRANSLATE