We trekken weer zuidwaarts langs de kust en hebben deze keer de route genomen langs kleine en grote badplaatsen waar heel Buenos Aires straks vakantie gaat vieren. Wij meanderen liefst over zandpaden onder pijnbomen, plekken die een beetje doen denken aan Les Landes aan de zuidwestkust van Frankrijk. Veel mooie plekken zijn opgekocht voor grote vakantievilla’s achter hekwerk maar het strand en de duinen zijn gelukkig voor iedereen toegankelijk.

Deze toeristische kuststrook verbergt een bijzondere plek waar je gemakkelijk aan voorbij rijdt. Vlakbij  Mar Chiquita, daar waar meerdere rivieren zich mengen met het zeewater, is een vruchtbare lagune ontstaan van zo’n 35 km lang. Het is grotendeels beschermd natuurgebied, waar meer dan 200 soorten vogels fladderen en heeeeel veel krabben scharrelen. Sommige migranten zoals de flamingo’s en de ooievaars zijn hier tijdelijk om hun buik te vullen met al dat lekkers wat zich in de modder verstopt, andere geluksvogels wonen hier het hele jaar en laten luidkeels horen dat ze het prima naar hun zin hebben.

Wij bivakkeren in een ouderwetse schoolplaat, die ene met de weidevogels, en speuren met onze verrekijker naar alles wat fladdert. Niet iedereen wil op de foto maar ik kan je vertellen die kanjers in de pijnboom, Carancho's met een spanwijdte van een kleine meter, paraderen ijdel met een luid gekras voor de lens. Ik lees zojuist dat deze grote jongens hun snavel niet ophalen voor een (levend) lammetje, in tegenstelling tot de Condor want dat is een aaseter.