Blog

Een duivels meer

El Chalten is een walhalla voor wandelaars en klimmers uit de hele wereld, het is er dan ook gezellig druk. Overal cafeetjes, vanaf een uur of 4, stampvol met jonge en oudere toeristen in donsjacks en op stevige wandelschoenen. De weersverwachting is wat somber met veel harde wind en regen en de toppen van de bergen Fitzroy en Torre zijn verdwenen achter een dik wolkendek. We stellen een meerdaagse trektocht met tent nog maar even uit, in plaats daarvan zoeken we de noordkant van het gebied op om daar dagtochten te gaan maken naar o.a Lago El Diabolo, een duivels meer dus.

De tocht begint in een oerbos van korte grillige bomen, een heel verre verwant van onze beuk maar dan met miniblaadjes, denk maar aan  forse in vorm geknipte bonsai. Ik vermoed dat heel veel torren zich een weg door dit sprookjesbos vreten want overal liggen deze bomen tot diep in hun bast vermolmd op de grond. Afhankelijk van de wind, de kou en de droogte varieert de vegetatie. Op meer beschutte plekken vinden we o.a bloeiende heide, varens, pantoffelplantjes, ienimieni margrietjes, heel veel soorten prachtig bloeiend mos en iets wat lijkt op orchideeen. Spechten met vuurrode kop vormen de ritmesectie van een zangkoor van kleine vogeltjes.

Na verloop van tijd wordt het bos opener en zien de bomen er een stuk gezonder uit. We volgen een snelstromende rivier met de kleur van grijswitte kiezels en regelmatig steken we het water over via grove planken of een wiebelige hangbrug. 

Als we het bos verlaten wordt het meteen een stuk ruiger, we krabbelen nu over een morene- veld van grote en kleinere keien, de wind zwelt aan, zwiept ons bijna omver en beneemt ons de adem. We jakkeren voorover gebogen over een massa stenen en naderen een groot ijskoud meer omringd door ongenaakbare steile bergwanden en een enorme gletsjer;  de naam El Diabolo is perfect gekozen voor deze gure, prachtige onheilspellende plek. 

En precies daar waar je het het laatst verwacht vinden we een bijzondere berghut, met koffie, zoete crepes en een knapperend haardvuur. We herkennen de eigenaar, een vriendelijke baas die ons de avond ervoor met een knipoog nog wees op een illegale slaapplek in wat nu blijkt zijn eigen uitgestrekte (private) natuurpark. Hij wijst ons op nog meer bijzondere en uitdagende wegen in de omgeving en estancia’s van vrienden die we beslist moeten bezoeken. 

Op de terugweg passeren we een groen verstild meer waar duizenden muggen zoemen vlak boven het wateroppervlak en waar ik uren zou willen blijven zitten, mijn moeie voeten bungelend in dat ijskoude water, ware het niet dat we ons om 6 uur moeten afmelden bij een van de rangers, omdat het park dan sluit.

Als toetje nog een hoger gelegen ijsblauw meer dat, gevoed door de smeltende gletsjer, op een bepaald punt als een te volle badkuip  overstroomt. Het water stort daar kletterend naar beneden en komt terecht in de snelstromende rivier waar we eerder langsliepen. Wat een prachtig gebied en fantastisch dat het zo goed wordt beheerd!

TRANSLATE