Blog

Een ballon, een ballon, een ballonnetje……

Als er ergens een kans is om een ballonvaart te maken, grijp ik die met beide handen aan. Ooit zweefden we in Namibië boven de woestijn en sindsdien ben ik verkocht.
We boffen en worden als laatsten om kwart voor zeven ‘s ochtends opgehaald, de medepassagiers in het busje rijden dan al zeker een uur rond om iedereen bij zijn of haar hotel op te halen. Het is nog bar koud. Na drie kwartier worden we in een open veld afgezet. Er staat een tent waar we met een kop thee een beetje op kunnen warmen en waar we instructies krijgen over de veiligheidsregels. De landing blijft een beetje spannend maar als je door de knieën gaat en de rand van de mand goed vasthoudt kan er weinig misgaan.
Ondertussen worden verderop op het veld de voorbereidingen getroffen. Het is eigenlijk nog te donker om scherpe foto’s te maken, toch doe ik een poging om het uitrollen van het doek en het vullen van de ballon vast te leggen. Gasvlammen vullen de ballon met warmte, hij bolt steeds meer op en gaat langzaam maar zeker de lucht in. Met flink wat sjorren en trekken staat ook de mand rechtop en is het tijd om in te stappen. Geen tijd voor getreuzel, het hele team van assistenten leunt als ballast op de mand, om te voorkomen dat we voortijdig de lucht in gaan.
Daar gaan we. In mijn kinderlijke fantasie kieper ik nu de zakken met zand die aan de reling van de mand hangen leeg. Een beetje jammer is het wel maar dat is allang niet meer nodig. Een paar keer flink gas geven is genoeg om los te komen van de grond en op te stijgen.
Ik houd mijn adem in, kijk omlaag en zie al gauw de assistenten als minimensjes op de grond. Woesj weer een dot gas, we stijgen en worden meegenomen door de wind. Dit is fantastisch, we zweven, onze ballon danst in de wind. Deze stilte en weidsheid om je heen voelen, in het zachte licht voor zonsopgang, is waardoor ik steeds de lucht weer in wil. Onze piloot houdt zijn ogen strak op de hoogtemeter  (denk ik) en de ballon gericht en geeft regelmatig een flinke dot gas. Vlammen schieten omhoog en wij stijgen tot zo’n 1200 meter.
De vogels zijn nog niet wakker maar nu zien wij even wat zij zien. In de verte de uitlopers van de Atlas en onder ons kriskras lijnen  en wat gebouwtjes in een verder lege woestijnvlakte. De stad Marrakech, is nog in ochtendnevel gehuld. Niets in de stad mag hoger worden gebouwd dan een palmboom, waardoor alleen de minaret van de moskee boven de mist uitsteekt.

Screenshot

Screenshot

Overal om ons heen stijgen ballonnen op, een fenomenaal gezicht. De piloot laat de mand draaien zodat iedereen tijd heeft om de zonsopkomst te bewonderen. Hij kan afhankelijk van de hoogte waarop we vliegen de ballon  toch enigszins besturen. Na zeker een uur zweven en genieten wordt het tijd voor de landing. Om te dalen opent hij een ring flappen bovenin de ballon waardoor er warme lucht ontsnapt. Het landen lukt niet in één keer, de mand stuitert een paar keer en wil steeds weer de lucht in, maar na een paar pogingen staan we op de grond.
Langzaam zakt de ballon in elkaar en wordt hij door het team naar beneden getrokken en samen gebonden. Inmiddels staat er een ontbijtbuffet voor ons klaar en kunnen we bijkomen van alle opwinding. Wat een bijzondere ervaring.

Screenshot

Screenshot

TRANSLATE