Verborgen paradijs.

Cabo Raso. Na Punta Tombo is het nog 80 km schudden over een slechte ribbelweg door golvende heuvels met goudblond wuivende grassen en af en toe een estancia, en dan onverwacht kom je aan in een verborgen paradijs. We arriveren in een spookstad waar de grafstenen op het kerkhofje getuigen van drie families met Duitse en Scandinavische namen. In de 19e eeuw woonden hier twee generaties die er, met hun werknemers een schapenboerderij runden. Misschien had de derde generatie andere aspiraties of kelderden de wolprijzen, maar sinds 1950 was dit stadje helemaal verlaten. Het kan hier aan deze rotsachtige kust flink spoken en dat hebben ze in 2002 aan den lijve ervaren want toen verging de kotter de Chubasco waarbij de boeg volledig van het schip is gescheurd. 11 jaar geleden kwam hier een creatieve Argentijnse familie voorbij met de droom om deze kust te herstellen. 3 jaar lang hebben zij het afval van jaren opgeruimd en zijn ze begonnen om de ruines af te breken en met de oude stenen weer een paar oorspronkelijke huizen op te bouwen waar je nu kunt logeren. Een monnikenwerk. In de afgelopen 8 jaar hebben ze het wrak ontdaan van o.a de motor en zijn ze een eenvoudige camping gestart. in een tentje waai je hier geheid weg, maar je kunt slapen in een van de oude schoolbussen waar een aantal stapelbedden in staan. In een bunker is een soort huiskamer gecreeerd waar je een vuurtje kunt stoken en je potje kunt koken. Wij stonden er aan de prachtige kiezelkust en maakten lange wandelingen langs de kust waar heel veel vogels en zeeleeuwen leven. Een paradijs, werkelijk in the middle of nowhere, en ik zou er graag langer hebben willen blijven maar….. onze gasfles raakte leeg.

TRANSLATE